Aanwijzing
Aangezien de verbranding door het product
voortdurend wordt gecontroleerd, hoeft u de
verbranding niet te controleren.
2.
Druk tegelijkertijd op
gerbedrijf te activeren.
◁
Het display toont tegelijkertijd Schoorsteenveger
en S.93.
◁
Het product wordt gekalibreerd voor wat betreft de
verbrandingsgasinstallatie en de gaskwaliteit.
3.
Wacht tot de kalibratie voltooid is.
◁
Na beëindiging van de kalibratie toont het display
tegelijkertijd Schoorsteenveger en S.04.
4.
Meet het CO₂-gehalte nu aan de verbrandingsgasmeet-
nippels.
◁
Het product start na 5 minuten branderbedrijf het
meetprogramma opnieuw om rekening te houden
met de verwarmingseffecten.
◁
De verbranding wordt automatisch optimaal inge-
regeld. Er kunnen CO₂-gehaltes van 8,0 tot 10,5
vol.‑% (aardgas) en van 9,0 tot 11,8 vol.‑% (vloei-
baar gas) worden gemeten.
Aanwijzing
Na de eerste ingebruikneming of de start van
het testprogramma P.04 kan het, afhankelijk
van de ingestelde CV-deellast en de aan-
wezige warmte-afname door de CV-installa-
tie, voorkomen dat het product het meetpro-
gramma meerdere keren doorloopt. Tijdens
de kalibratie is een verbrandingsgasanalyse
niet mogelijk.
7.13
Dichtheid controleren
▶
Controleer de gasleiding, het verwarmingscircuit en het
warmwatercircuit op dichtheid.
▶
Controleer of de VLT/VGA perfect functioneert.
Voorwaarden: Opstellingslucht-onafhankelijk bedrijf
▶
Controleer of de onderdrukkamer afgesloten is.
7.13.1 CV-bedrijf controleren
1.
Controleer of er een warmtevraag is.
2.
Roep de Live monitor op.
◁
Als het product correct functioneert, dan verschijnt
op het display S.04.
7.13.2 Warmwaterbereiding controleren
1.
Zorg ervoor dat de boilermodus warmte vraagt.
2.
Roep de Live monitor op.
◁
Als de boiler correct geladen wordt, verschijnt op het
display S.24.
Voorwaarden: Thermostaat aangesloten
▶
Stel de warmwatertemperatuur aan de CV-ketel op de
maximaal mogelijke temperatuur in.
0020196909_03 ecoTEC exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
en
.om het schoorsteenve-
Aanpassing aan de CV-installatie 8
▶
Stel de gewenste temperatuur voor de aangesloten boi-
ler aan de thermostaat in.
◁
De CV-ketel neemt de aan de thermostaat inge-
stelde gewenste temperatuur over.
8
Aanpassing aan de CV-installatie
Om de belangrijkste systeemparameters nog eens in te stel-
len, gebruikt u het menupunt Toestelconfiguratie.
Menu → Installateurniveau → Toestelconfiguratie
Of start handmatig nog eens de installatieassistent.
Menu → Installateurniveau → Start inst. ass.
8.1
Diagnosecodes oproepen
Instelmogelijkheden voor complexere installaties vindt u in
het Diagnosemenu.
Menu → Installateurniveau → Diagnosemenu
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
Met behulp van de parameters, die in het overzicht diagno-
secodes als instelbaar gemarkeerd zijn, kunt u het product
aan de CV-installatie en de wensen van de klant aanpassen.
8.2
Branderwachttijd
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. De brander-
wachttijd is alleen voor de CV-functie actief. De warmwater-
functie wordt tijdens een lopende branderwachttijd niet beïn-
vloed door de tijdsinstelling (fabrieksinstelling: 20 min).
8.2.1
Branderwachttijd instellen
Navigeer naar het Menu → Installateurniveau → Dia-
1.
gnosemenu → D.002 Max. wachttijd verwarming en
bevestig met
.
2.
Stel de branderwachttijd in en bevestig met
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(ge-
wenst)
1
5
[°C]
30
2,0
4,0
35
2,0
4,0
40
2,0
3,5
45
2,0
3,0
50
2,0
3,0
55
2,0
2,5
60
2,0
2,0
65
2,0
1,5
70
2,0
1,5
75
2,0
1,0
T
Ingestelde maximale branderwachttijd
aanvoer
(ge-
[min]
wenst)
35
40
[°C]
30
29,0
33,0
.
10
15
20
25
30
8,5
12,5
16,5
20,5
25,0
7,5
11,0
15,0
18,5
22,0
6,5
10,0
13,0
16,5
19,5
6,0
8,5
11,5
14,0
17,0
5,0
7,5
9,5
12,0
14,0
4,5
6,0
8,0
10,0
11,5
3,5
5,0
6,0
7,5
9,0
2,5
3,5
4,5
5,5
6,5
2,0
2,5
2,5
3,0
3,5
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
45
50
55
60
37,0
41,0
45,0
49,5
21