0,05 MPa (0,5 bar) onderschrijdt, dan schakelt het product
uit. Het display toont F.22.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de drukwaarde knipperend weer tot een
druk van 0,11 MPa (1,1 bar) of hoger bereikt is.
7.8
CV-installatie vullen
1
1.
Spoel de CV-installatie.
2.
Kies het controleprogramma P.06.
◁
De driewegklep beweegt zich in de middelste stand,
de pompen lopen niet en het product treedt niet in
werking.
Aanwijzing
De kap van de snelontluchter (1) is al af fa-
briek geopend.
3.
Verbind vul- en aftapkraan van de CV-installatie vol-
gens de normen met een CV-watertoevoer, indien mo-
gelijk met de koudwaterkraan.
4.
Open de CV-wateraanvoer.
5.
Open alle thermostaatkranen.
6.
Controleer evt. of beide onderhoudskranen aan het
product geopend zijn.
7.
Open langzaam de vul- en aftapkraan zodat het water
in het verwarmingssysteem stroomt.
8.
Ontlucht de laagst gelegen radiator tot het water aan
het ontluchtingsventiel er zonder bellen uitkomt.
9.
Ontlucht alle andere radiatoren tot het CV-systeem
compleet met water gevuld is.
10. Sluit alle ontluchtingsventielen.
11. Houd de stijgende vuldruk in de CV-installatie in het
oog.
12. Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
13. Sluit de vul- en aftapkraan en de koudwaterkraan.
14. Controleer alle aansluitingen en het volledige systeem
op ondichtheden.
0020196909_03 ecoTEC exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
7.9
CV-installatie ontluchten
1.
Kies het controleprogramma P.00.
◁
Het product treedt niet in werking, de interne pomp
loopt intermitterend en ontlucht naar keuze het CV-
circuit of het warmwatercircuit.
◁
Het display toont de vuldruk van de CV-installatie.
2.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie niet on-
der de min. vuldruk daalt.
–
≥ 0,08 MPa (≥ 0,80 bar)
◁
Na het beëindigen van de vulprocedure moet de
vuldruk van de CV-installatie minstens 0,02 MPa
(0,2 bar) boven de tegendruk van het expansievat
(ADG) liggen (P
installatie
3.
Als zich na het beëindigen van het controleprogramma
P.00 nog teveel lucht in de CV-installatie bevindt, start
het controleprogramma dan opnieuw.
7.10
Sifonbeker vullen
1.
Haal het onderste sifondeel (1) eraf en reinig dit indien
nodig.
2.
Vul het onderste deel van de sifon tot 10 mm onder de
bovenkant met water.
3.
Bevestig het onderste sifondeel aan de sifonbeker.
7.11
Warmteopwekker in gebruik nemen
Het product beschikt over een gasadaptieve warmtecel, die
zich binnen een gasfamilie zelfstandig op de desbetreffende
gassoort instelt. Wij raden aan de warmtecel aan de hand
van de volgende stappen in bedrijf te nemen. De warmtecel
wordt door middel van kalibratie gereed gemaakt voor ge-
bruik. De kalibratie is ook voorwaarde voor juiste metingen
van gasstroomdruk en CO₂-gehalte.
–
Wissen van aanwezige kalibratiewaarden
–
Kalibreren in het maximale bedrijf
–
Kalibreren in het minimale bedrijf
▶
Monteer de voormantel.
▶
Zorg voor voldoende CV-watercirculatie.
▶
Navigeer naar het Menu → Installateurniveau → Con-
troleprogramma's en bevestig met
▶
Start het testprogramma P.04.
Ingebruikname 7
≥ P
+ 0,02 MPa (0,2 bar)).
ADG
1
.
19