Symptoom
Schaduwafbeeldingen
Bijgesneden
afbeeldingen
(Een deel van de afdruk
wordt afgesneden aan
de zijkant, bovenkant of
onderkant van het
papier.)
Onjuiste marges
Scheve afdruk
(Het beeld is scheef op
de pagina afgedrukt.)
Blanco pagina's
Pagina's met effen
kleuren
Papier krult nadat het is
bedrukt en uitgevoerd.
Problemen oplossen
Oorzaak
De tonercartridges zijn bijna leeg.
De papiergeleiders van de
geselecteerde lade staan
ingesteld op een ander
papierformaat dan dat van het
geplaatste papier.
• De papiergeleiders van de
geselecteerde lade staan
ingesteld op een ander
papierformaat dan dat van het
geplaatste papier.
• Automatische formaatdetectie
staat uit, terwijl u papier van
een ander formaat in een lade
hebt geplaatst. U hebt
bijvoorbeeld papier van het
formaat A4 in de lade
geplaatst, maar u hebt de
instelling voor papierformaat
niet op A4 gezet.
• De papiergeleiders van de
geselecteerde lade staan niet
in de juiste positie voor het
geplaatste papier.
• U gebruikt papier dat niet
geschikt is voor de printer.
De tonercartridges zijn defect of
leeg.
• De tonercartridges zijn defect.
• De printer heeft onderhoud
nodig.
• De instellingen voor soort,
structuur en gewicht zijn niet
geschikt voor de soort papier of
speciaal afdrukmateriaal.
• Het papier werd bewaard in
een vochtige omgeving.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Oplossing
Vervang de cartridge die overeenkomt met de kleur die
wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
Schuif de geleiders in de juiste positie voor het
desbetreffende papierformaat.
• Schuif de geleiders in de juiste positie voor het
desbetreffende papierformaat.
• Wijzig de instelling voor papierformaat zodat deze
overeenkomt met het afdrukmateriaal in de lade.
• Schuif de geleiders in de juiste positie voor het
desbetreffende papierformaat.
• Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de
website van Lexmark op www.lexmark.com voor
uitgebreide informatie.
• Raadpleeg Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Vervang de cartridge die overeenkomt met de kleur die
wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
• Vervang de cartridge die overeenkomt met de kleur
die wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
• Neem contact op met de technische dienst.
• Wijzig de instellingen Papiersoort, Papierstructuur
en Papiergewicht voor het papier of het speciale
afdrukmateriaal in de printer.
• Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw
pak.
• Bewaar papier altijd in de originele verpakking en
pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
• Raadpleeg Papier bewaren voor meer informatie.
99