c
Druk de hendel omlaag om de eenheid te vergrendelen.
10
Zet de universeellader terug in de werkstand.
Plaats alle cartridges weer terug.
11
Sluit de voorklep.
12
Schakel de printer in. De printer keert terug in de werkstand Gereed.
Ga als volgt te werk als u meer hulp nodig hebt:
1
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
2
Overleg met de systeembeheerder of de helpdesk als u meer assistentie nodig hebt.
Papierstoringen verhelpen
Ga als volgt te werk als u meer hulp nodig hebt:
78