Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Etiketten

De printer kan afdrukken op een groot aantal etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters. Deze etiketten
worden geleverd op vellen met het formaat Letter, A4 of Legal. De lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coatings
moeten bestand zijn tegen temperaturen van 230 °C en een druk van 25 psi (pounds per square inch).
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Opmerking: Deze printer mag alleen incidenteel worden gebruikt voor papieren etiketten.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van
etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op www.lexmark.com/publications.
U drukt als volgt af op etiketten:
Stel het menu-item Papiersoort in het Menu Papier in op Etiketten. Stel de papiersoort in via het
bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of MarkVision Professional.
Plaats nooit etiketten samen met papier of transparanten in dezelfde invoerbron. Een combinatie van
verschillende afdrukmaterialen kan tot invoerproblemen leiden.
Gebruik geen etikettenvellen met glad rugmateriaal.
Druk niet af binnen 1 mm vanaf de snijrand.
Plaats geen etikettenvellen waarop etiketten ontbreken. Dit kan ertoe leiden dat etiketten losraken tijdens het
afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen.
Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge komen te vervallen.
Gebruik alleen etiketten die bij blootstelling aan temperaturen van 230 °C niet vastplakken, omkrullen, kreuken of
schadelijke stoffen afscheiden.
Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de
etiketten.
Gebruik geen etikettenvellen die lijm bevatten aan de rand van de vellen. Gebruik bij voorkeur vellen waarop de
lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen, hetgeen
gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer.
Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, dient u een strook van 3 mm te verwijderen van de voorste
(bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
Verwijder een strook van 3 mm van de voorste strip vanaf de voorrand om te voorkomen dat etiketten loslaten in
de printer.
Druk bij voorkeur af in de afdrukstand Staand, vooral bij het afdrukken van streepjescodes.
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Karton
Karton bestaat uit één laag en heeft een groot aantal eigenschappen. De vochtigheidsgraad, dikte en structuur kunnen
grote invloed hebben op de afdrukkwaliteit. Zie Bronnen en specificaties voor afdrukmateriaal identificeren voor
informatie over de geschiktste combinatie van gewicht en vezelrichting voor afdrukmateriaal.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
Zie Soort en gewicht van afdrukmateriaal (uitvoeropties) voor meer informatie over het aanbevolen gewicht van
afdrukmateriaal.
U drukt als volgt af op karton:
Stel het menu-item Papiersoort in het Menu Papier in op de optie voor karton via het bedieningspaneel, het
printerstuurprogramma of MarkVision Professional. Stel het Papiergewicht in op de optie voor kartongewicht en
selecteer Normaal of Zwaar als waarde. Stel dit in via het bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of
MarkVision Professional. Gebruik Zwaar voor karton dat zwaarder is dan 163 g/m
Specificaties voor afdrukmateriaal
Papier bewaren
53
2
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C782

Inhoudsopgave