Overige informatie
Foutmeldingen
Tijdens het gebruik van het autonavigatiesysteem verschijnen diverse meldingen op het
scherm. Sommige meldingen verschaffen informatie omtrent de huidige status van het
systeem of de uit te voeren bedieningsstappen, andere maken u attent op eventuele fouten in
de bediening, enz. Indien een foutmelding verschijnt, dient u de aanwijzingen in de
onderstaande "Maatregel" kolom op te volgen.
Melding
Plaats een Wegenkaart CD-ROM.
CD-ROM kan niet gelezen
worden. Controleer de CD-ROM.
CD-ROM wordt gecontroleerd.
Niet bedienen tijdens het rijden.
Parkeer het voertuig en voer
dan de bediening uit.
16
Oorzaak
• De disk werd tijdens het gebruik uit het
station verwijderd.
• Bij het inschakelen van het apparaat is
er geen disk in het station.
• Er is een disk in het station die niet
gelezen kan worden.
• De disk is verkeerd om in het station
gestoken.
• De disk kan niet gelezen worden
omdat er condenswater op de disk is.
• De disk is pas in het station geplaatst.
• De disk kon niet gelezen worden als
gevolg van trillingen, enz.
• De MENU toets werd ingedrukt terwijl
het voertuig in beweging was.
• Er werd een menu-selectie uitgevoerd
terwijl het voertuig in beweging was.
Maatregel
Plaats een disk (los verkrijgbaar).
Plaats een wegenkaartdisk (los
verkrijgbaar).
Neem de disk naar buiten en controleer
of deze verkeerd om naar binnen
gestoken was. Maak de disk indien
nodig schoon en steek hem weer naar
binnen.
Neem de disc uit het apparaat en laat
het condenswater verdampen (dit kan
ongeveer 1 uur duren). Steek de disc
dan weer in het apparaat.
Nadat de disk gecontroleerd is, zal
automatisch het volgende scherm
getoond worden.
Parkeer het voertuig op een veilige
plaats langs de weg en trek de handrem
aan. Voer vervolgens de gewenste
bediening uit.