5.
Stel in het gedeelte Bestandsinstellingen de standaardvoorkeuren voor bestandsinstellingen in.
Tabel 6-5
Functie
Bestandsnaam
Bestandstype
Resolutie
Kwaliteit en
bestandsformaat
Kleur/zwart
Tabel 6-6
Functie
Voorvoegsel voor
bestandsnaam
Achtervoegsel voor
bestandsnaam
Voorbeeld bestandsnaam
Bestandsnummerindeling
Nummering toevoegen
wanneer een taak slechts
één bestand bevat (bijv. _1–1)
Hoge compressie (kleiner
bestand)
PDF-codering
Lege pagina's onderdrukken
Meerdere bestanden maken
82
Hoofdstuk 6 Scan
Bestandsinstellingen (Basisinstellingen)
Omschrijving
Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze
instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze
instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Stel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan
uit meer dpi (dots per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen
met een lagere resolutie bestaan uit minder dpi en geven dus minder details weer. De
bestandsgrootte is echter kleiner.
Selecteer de kwaliteit van het bestand. Afbeeldingen met een hogere kwaliteit hebben een
grotere bestandsgrootte dan afbeeldingen met een lagere kwaliteit en het duurt langer om
deze te verzenden.
Geef op of kopieën in kleur, zwart en grijstinten of alleen zwart-wit moeten worden
afgedrukt (alleen voor kleurenprinters).
Bestandsinstellingen (Geavanceerde instellingen, optioneel)
Omschrijving
Stel het standaardvoorvoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden
die in een netwerkmap worden opgeslagen.
Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor
bestanden die in een netwerkmap worden opgeslagen.
Standaardachtervoegsel voor identieke bestandsnaam: [bestandsnaam] _YYYYMMDDT
Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld bijwerken.
Selecteer een bestandsnaamindeling voor wanneer een taak in meerdere bestanden
wordt gesplitst.
Selecteer deze instelling om nummering toe te voegen aan een bestandsnaam als de taak
slechts één bestand bevat in plaats van meerdere bestanden.
Selecteer deze instelling om het gescande bestand te comprimeren zodat de
bestandsgrootte afneemt. Het scanproces voor een bestand met hoge compressie kan
echter langer duren dan voor een bestand met normale compressie.
Als het bestandstype PDF is, wordt met deze optie het PDF-uitvoerbestand gecodeerd.
Als onderdeel van de codering moet een wachtwoord worden opgegeven. Hetzelfde
wachtwoord moet worden ingevoerd om het bestand te openen. Als er nog geen
wachtwoord is opgegeven wanneer op Start wordt gedrukt, wordt de gebruiker gevraagd
om voorafgaand aan het scannen van de taak een wachtwoord op te geven.
Als de optie Lege pagina' s onderdrukken is ingeschakeld, worden lege pagina's
genegeerd.
Selecteer deze instelling om pagina's naar afzonderlijke bestanden te scannen, op basis
van een vooraf bepaald maximum aantal pagina's per bestand.