[PORTRET]
De persoon steekt beter af op de achtergrond
en heeft een gezondere huidskleur.
[NORMAAL PORTRET]
Maakt de achtergrond zacht en doet de
huid mooi uitkomen op de opname.
[GAVE HUID]
Maakt de huid extra gaaf.
[PORTRET BUITEN]
Voorkomt dat gezichten donker lijken
wanneer u buiten fotografeert.
[PORTRET BINNEN]
Zet de ISO-gevoeligheid op de juiste
instelling om onscherpe opnamen te
voorkomen wanneer u binnen opnamen
maakt.
[CREATIEF PROTRET]
U kunt de scherpte van de achtergrond
regelen door de diafragmawaarde te
veranderen (P64).
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
Gevorderd (Opname van opnamen)
• In [PORTRET BINNEN] wordt de [SLIMME
ISO] gebruikt en wordt de maximum
ISO-gevoeligheid [ISO400]. In andere
functies wordt de ISO-gevoeligheid vast
ingesteld op [ISO100].
• In [NORMAAL PORTRET], [GAVE HUID],
en [CREATIEF PROTRET] kunt u de
witbalans instellen.
• Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd en
een deel van de achtergrond enz. heeft een
kleur dieop de huidskleur lijkt, wordt dat
gedeelte ook gaaf gemaakt.
• Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd is
deze functie mogelijk niet doeltreffend bij te
weinig licht.
• De begininstelling voor [AF MODE] is [
- 73 -
].