4 ONTVANGST EN ZENDEN
D Spectrumscoop instellingsmode (vervolg)
Instellen van de bandgrenzen voor de spectrumscoop voor
de vaste mode en voor de band beneden 26 en 30 MHz.
Instellen van de bandgrenzen voor de spectrumscoop voor
de vaste mode en voor de band tussen 30 en 45 MHz.
Instellen van de bandgrenzen voor de spectrumscoop voor
de vaste mode en voor de band beneden 45 en 60 MHz.
● Instelling van de bandgrenzen tussen 26.000 en 30.000
MHz in 1 kHz stapjes.
Maximaal kan een scanbereik van 500 kHz en minimaal
een scanbereik van 5 kHz worden ingesteld. Wordt een
bandgrens verder dan 500 kHz of dichter dan 5 kHz van
de andere bandgrens geprogrammeerd, dan zal die an-
dere bandgrens automatisch op resp. 500 kHz of 5 kHz
hoger of lager worden geprogrammeerd.
● Instelling van de bandgrenzen tussen 30.000 en 45.000
MHz in 1 kHz stapjes.
Maximaal kan een scanbereik van 500 kHz en minimaal
een scanbereik van 5 kHz worden ingesteld. Wordt een
bandgrens verder dan 500 kHz of dichter dan 5 kHz van
de andere bandgrens geprogrammeerd, dan zal die an-
dere bandgrens automatisch op resp. 500 kHz of 5 kHz
hoger of lager worden geprogrammeerd.
● Instelling van de bandgrenzen tussen 45.000 en 60.000
MHz in 1 kHz stapjes.
Maximaal kan een scanbereik van 500 kHz en minimaal
een scanbereik van 5 kHz worden ingesteld. Wordt een
bandgrens verder dan 500 kHz of dichter dan 5 kHz van
de andere bandgrens geprogrammeerd, dan zal die an-
dere bandgrens automatisch op resp. 500 kHz of 5 kHz
hoger of lager worden geprogrammeerd.
- 72 -