1 APPARAATBESCHRIJVING
M FRONT (vervolg)
!4 RUISREDUCTIETOETS [NR] (p. 83)
Indrukken om de DSP-ruisreductie in of uit te schakelen.
● De indicator op deze toets licht groen op als de functie
actief is.
!5 RUISREDUCTIEREGELAAR [NR] (achterste knop)
(p. 83)
Regelt het niveau van het DSP-ruisreductiecircuit als
deze geactiveerd is. Instellen op de beste neembaarheid
van het ontvangstsignaal.
● Druk eerst op de [NR]-toets, in (!4 ) , om de NR-regelaar te
activeren.
Verlagen
!6 MONITORTOETS [MONITOR] (p. 88)
Indrukken om uw MF-zendsignaal te beluisteren.
● De CW-sidetoonfunctie blijft werken ongeacht de stand
van de [MONITOR]-toets in de CW mode.
● Als de functie actief is, licht de groene indicator op de
toets op.
!7 ANTENNETUNERTOETS [TUNER] (p. 114)
 Schakelt de ingebouwde antennetuner in (ON) en uit
(OFF) door er even op te drukken.
● De indicator op deze toets licht groen op als de
antennetuner ingeschakeld is en gaat uit als de
antennetuner uitgeschakeld is.
 Door de toets 1 sec. ingedrukt te houden, wordt de
antenne handmatig getuned.
● De indicator op de toets knippert rood tijdens hand-
matig tunen.
● Kan de tuner de antenne niet tunen, dan wordt de
antennetuner automatisch uitgeschakeld na 20 sec.
Verhogen
!8 BALANSREGELAAR [BAL] (voorste knop; p. 80)
In dualwatch regelt deze toets de balans in volume
tussen de MAIN- en SUB-band.
Geluidsvolume van de
MAIN-band verhogen
!9 NOISEBLANKERTOETS [NB] (p. 82)
 Indrukken om de Noiseblanker (ruisonderdrukker) in
of uit te schakelen. De ruisonderdrukker vermindert
pulsvormige
ontstekingen. Deze functie werkt niet in FM of op niet-
pulsvormige storing.
● De indicator in de toets licht groen op als de functie
actief is.
Door de toets 1 sec. ingedrukt te houden, komt men in
Â
het instellingsmenu van de ruisonderdrukker.
@0 LCD FUNCTIETOETSEN [F-1] TOT [F-6]
Indrukken om de functie die boven de toets in het display
staat te activeren.
● De te kiezen functies zijn afhankelijk van de gekozen
mode.
- 6 -
Geluidsvolume van de
SUB-band verhogen
storing
als
gevolg van
bv. auto-