i METERAANSLUITING [METER] (p. 20)
Uitgang waarop de S-meterwaarde, het zendvermogen,
de staandegolf (VSWR), ALC, spraakcompressie, drain-
spanning of -stroom in de eindtrap gemeten kan worden.
o SEINSLEUTELAANSLUITING [KEY] (p. 18)
6mm aansluiting voor een seinsleutel of een externe
elektronische keyer.
● [ELEC-KEY] op de voorkant kan gebruikt worden voor
een normale seinsleutel of een externe elektronische
keyer.De interne elektronische keyer kan uitgeschakeld
worden in het keyerinstellingsmenu (p. 46).
!0 ACCESSOIRE-AANSLUITING 2 [ACC 2]
!1 ACCESSOIRE-AANSLUITING 1 [ACC 1]
Aansluiting voor externe apparatuur, zoals een lineair,
een automatische antennekeuzeschakelaar, een TNC,
enz.
● Zie p. 25 voor informatie over de aansluiting.
!2 TUNER REGELAAR AANSLUITING [TUNER] (p. 19)
Aansluiting voor een optionele AH-4 HF/50 MHz
AUTOMATISCHE ANTENNETUNER.
!3 Tx/Rx-SCHAKELUITGANG [RELAY] (p. 19)
Voor de besturing van externe apparatuur. Het contact
wordt aan aarde gelegd als de IC-9100 in Tx gaat.
OPMERKING: De maximale schakelspanning/stroom op
de Tx/Rx-schakeluitgang is 16V DC/0,5 A (of 250 V
AC/200 mA m.b.v. MOS-FET-schakeling).
!4 ALC-INGANG [ALC] (p. 19)
Ingang waarop de ALC-uitgang van een niet-ICOM lineair
aangesloten moet worden.
!5 ONTVANGSTANTENNE UIT [RX ANT-OUT]
!6 ONTVANGSTANTENNE IN [RX ANT-IN]
Tussen het Tx/Rx-schakelcircuit en de HF-ingangstrap
van de ontvanger bevindt zich deze aansluiting.
Op deze BNC-connector kan, indien men wenst, een ex-
tern apparaat, bv. een voorversterker, een HF-filter, o.i.d.
aangesloten worden. In dit geval moet de antenne-
aansluiting "ANT 1/R" of "ANT 2/R" zijn (p. 113).
●Als er geen externe apparaten aangesloten zijn dan
moet "ANT 1" of "ANT 2" gekozen worden.
Ontvanger
Zender
!7 TRANSVERTER CONNECTOR [X-VERTER] (p. 19)
Aansluiting voor een externe transverter.
Wordt geactiveerd door spanningsaansturing op pin 6
van [ACC 2] of als de transverterfunctie geactiveerd is
(p. 25).
- 13 -
APPARAATBESCHRIJVING 1
IN
OUT
Zend/Ontvang
schakel circuit