Opstartopties
Door een toets ingedrukt te houden terwijl u de meter
aanzet, activeert u een opstartoptie. De opstartopties
stellen u in staat extra functies van de meter te gebruiken.
Om een opstartoptie te selecteren, houdt u de
corresponderende toets ingedrukt terwijl u de draaiknop
van de meter vanuit de stand OFF (uit) naar een
willekeurige andere stand draait. De opstartopties worden
geannuleerd als de meter op OFF (uit) wordt gezet. De
opstartopties worden beschreven in tabel 9.
Opmerking
Opstartopties zijn actief als de corresponderende
toets wordt ingedrukt.
Tabel 9. Opstartopties
Toets
Draaiknopstand
LCD-segmenten in.
Draaiknopstand
van de software.
Draaiknopstand
Draaiknopstand
S
achtergrondverlichting en de radio-LED in.
Draaiknopstand
kalibratiemodus. De meter geeft weer en gaat
naar de kalibratiemodus wanneer u de toets loslaat.
Draaiknopstand
batterijlading en toont het oplaadniveau totdat de
toets wordt losgelaten.
Beschrijving
B
(V AC en mA AC) schakelt alle
C
(V DC) toont het versienummer
E
(mV) toont het modelnummer.
N
(ohm/capaciteit) schakelt de
F
(doorgang/diode) start de
start een test van de
INSULATION
Tabel 9. Opstartopties (vervolg)
Toets
Schakelt afvlakking in voor alle functies behalve
isolatie. Het display toont --- totdat de toets wordt
r
losgelaten. Afvlakking dempt door digitaal filteren de
a
schommelingen op het display die het gevolg zijn
van snel veranderende ingangswaarden.
Zet de automatische uitschakeling (slaapstand) uit.
Het display toont totdat u de toets loslaat. De
G
slaapstand is ook uitgeschakeld wanneer de meter
(blauw)
zich in een MIN MAX AVG-registratiemodus of de
modus AutoHold bevindt, of een isolatietest verricht.
Schakelt de pieptoon uit. Het display toont
totdat u de toets loslaat.
Schakelt de tijdlimiet van de achtergrondverlichting
H
uit. Het display toont totdat u de toets loslaat.
Insulation Multimeter
Opstartopties
Beschrijving
15