1652C/1653B/1654B
Gebruiksaanwijzing
2.
Om het deelverzamelingsnummer te wijzigen, drukt u op . Het
deelverzamelingsnummer begint te knipperen. Druk opnieuw op om het
deelverzamelingsnummer te kunnen wijzigen. Het nummer van de
dataverzameling knippert. Druk opnieuw op om het data-id-nummer te
wijzigen.
3.
Druk op de pijl omlaag om het nummer te verlagen of op de pijl omhoog
om het nummer te verhogen. Om gegevens op te slaan kunt u het
nummer op een willekeurige waarde instellen en bestaande gegevens
overschrijven. Om gegevens op te roepen kunt u alleen gebruikte waarden
opgeven.
Als u de pijl omhoog of pijl omlaag () één keer indrukt, gaat het
nummer één omhoog of omlaag. Om het verhogen of verlagen te
versnellen houdt u de pijl omhoog of omlaag ingedrukt.
Een meting opslaan
Meting opslaan:
1.
Druk op om naar de geheugenmodus te gaan.
2.
Druk op en gebruik de pijltjestoetsen () om de data-identiteit in te
stellen.
3.
Druk op om de data op te slaan.
•
Als het geheugen vol is, verschijnt FULL op de primaire weergave.
Druk op om een andere data-identiteit te selecteren. Druk op
om de geheugenmodus af te sluiten.
•
Als het geheugen niet vol is, worden de gegevens opgeslagen, sluit de
tester de geheugenmodus automatisch af en keert de weergave erug
naar de eerdere testmodus.
•
Als de data-id al eerder is gebruikt, toont de weergave STO?
(opslaan?). Druk opnieuw op om de data op te slaan. Druk op
om een andere data-identiteit te kiezen. Druk op om de
geheugenmodus af te sluiten.
Uitgebreide documentatiemodus:
Bij isolatie- en continuïteitstests kunt u aanvullende informatie opslaan samen
met de meetresultaten. Zie "Isolatieweerstand meten" en "Continuïteit meten"
voor meer informatie.
Een meting oproepen
Meting oproepen:
1.
Druk op om naar de geheugenmodus te gaan.
2.
Druk op om naar de oproepmodus te gaan.
3.
Gebruik en de pijltjestoetsen () om de data-identiteit in te stellen: Als er
geen gegevens zijn opgeslagen, bevatten alle velden streepjes.
38
Opmerking