1652C/1653B/1654B
Gebruiksaanwijzing
Nr.
Indicator
12
Tabel 6. Weergavefuncties (vervolg)
=
Betekenis
Duidt de vooraf ingestelde
foutspanningsgrens aan. De
standaardwaarde is 50 V. Op sommige
plaatsen is het vereist om de
foutspanning op 25 V in te stellen, zoals
gespecificeerd door plaatselijke
elektrische voorschriften.
Druk op wanneer u de tester
inschakelt om de foutspanning om te
schakelen tussen 25 V en 50 V. De
waarde die u instelt verschijnt op de
weergave en wordt opgeslagen wanneer
u de tester uitschakelt.
Primaire weergave en meeteenheden.
Geheugenlocaties Zie pagina 37 voor
meer informatie over het gebruik van
geheugenlocaties.
Symbool voor lage batterij. Zie
"Batterijen testen en vervangen" op
pagina 41 voor nadere informatie over
batterijen en stroombesparing.
Verschijnt als u de toets Recall indrukt
en de tester opgeslagen gegevens
weergeeft.
Verschijnt als u de toets Memory indrukt.
Verschijnt als u de toets Test indrukt.
Verdwijnt als de test is voltooid.