Nr.
Indicator
RCD
Tabel 6. Weergavefuncties (vervolg)
Electrical Installation Tester
Betekenis
Pijlen boven of onder het
aansluitingsymbool duiden op
omgekeerde polariteit. Controleer de
verbinding of de bedrading om dit te
verhelpen.
Aansluitingsymbool. Een
aansluitingssymbool met een punt () in
het midden geeft aan dat deze aansluiting
wordt gebruikt voor de geselecteerde
functie. De aansluitingen zijn:
• L (lijnaansluiting)
• PE (aardaansluiting [PE = protective
earth])
• N (nulaansluiting)
Geeft de geselecteerde stand van de
draaiknop weer. De meetwaarde op de
primaire weergave komt ook overeen met
de stand van de draaiknop. De
draaiknopstanden zijn:
Volt
V
Isolatie
Continuïteit
Kring geen uitschakeling
Kring overbelasting
Aardlekschakelaar uitschakel
tijd
Aardlekschakelaar uitschakel
stroom
Aarde
Faserotatie
Geeft aan dat de gemeten stroom bij een
trip (trip stroomtest) of de gemeten triptijd
(trip tijdtest) overeenkomt met de
betreffende aardlekschakelaar standaard
en het foutvoltage onder de
geselecteerde limiet ligt. Voor meer
informatie, zie de Maximale Uitschakeltijd
Tabel op pagina 54.
Gebruik van tester
11