DATE & TIME (Datum en tijd) Hiermee stelt u de datum, tijd en de zomertijdregio in. De functie "SCHEDULE" (Schema) werkt alleen
als de datum en tijd zijn ingesteld. Zie pagina 32.
YEAR (Jaar)
Confi gureert het jaar voor de klok.
MONTH (Maand)
Confi gureert de maand voor de klok.
DAY (Dag)
Confi gureert de dag voor de klok.
TIME (Tijd)
Confi gureert de tijd voor de klok.
DAYLIGHT SAVING (Zomertijd) Schakelt zomertijd in of uit.
RESET (Fabrieksinstellingen) Hiermee zet u voor de volgende instellingen in het menu SCHEDULE de fabrieksinstellingen terug:
OFF TIMER (Uit-timer) en SCHEDULE SETTINGS (Schema-instellingen).
MULTI PICTURE CONTROL*
KEEP MULTI PICTURE
Hierdoor blijft de monitor na het uitschakelen in de modus MULTI PICTURE (Meerdere beelden) en
MODE (Modus Meerdere
TEXT TICKER (Tekst-ticker).
beelden behouden)
Wanneer de monitor weer is ingeschakeld, verschijnen MULTIPICTURE (Meerdere beelden) en
TEXT TICKER (Tekst-ticker) zonder dat u het OSD hoeft te openen.
3
MULTI PICTURE MODE*
Het aantal beelden en de weergave-indeling selecteren.
(Modus Meerdere beelden)
OPMERKING: deze functie wordt vrijgegeven na selectie van SUPER in INPUT CHANGE
(Ingangswijziging), SCREEN SAVER (Schermbeveiliging), INPUT CONFIGURATION
(Ingangsconfi guratie) en IMAGE FLIP (Beeld spiegelen) met uitzondering van NONE (Geen).
Wanneer deze functie is ingesteld op ON (Aan), zijn STILL (Stilstaand) en POINT ZOOM (Puntzoom)
niet beschikbaar.
MULTI PICTURE
Als OFF (Uit) is geselecteerd, wordt één beeld weergegeven.
(Meerdere beelden)
Als ON (Aan) is geselecteerd, worden meerdere beelden weergegeven.
PICTURE NUMBER
Hiermee selecteert u [2 PICTURES] (2 afbeeldingen), [3 PICTURES] (3 afbeeldingen) of
(Aantal beelden)
[4 PICTURES] (4 afbeeldingen).
Na het selecteren van PICTURE NUMBER (Aantal beelden) selecteert u de weergave-indeling:
PIP, PBP1, PBP2 of PBP3. Welke opties u kunt selecteren, is afhankelijk van de gekozen instelling bij
PICTURE NUMBER (Aantal beelden). Zie pagina 17.
ACTIVE PICTURE*
2
(Actieve afbeelding)
ACTIVE (Actief)
Als MULTI PICTURE (Meerdere beelden) is ingesteld op OFF (Uit), is [PICTURE 1] (Afbeelding 1)
de actieve afbeelding. Als MULTI PICTURE (Meerdere beelden) is ingesteld op ON (Aan), stelt u de
actieve afbeelding in.
OPMERKING: deze functie is afhankelijk van de instelling voor MULTIPICTURE (Meerdere beelden).
ACTIVE FRAME (Actief scherm) ON (Aan): de actieve afbeelding wordt weergegeven met kader.
3
INPUT SELECT*
Ingang voor meerdere beelden selecteren. Druk op de knop + of – om een ingang te selecteren.
(Ingangsselectie)
OPMERKING: deze functie is niet beschikbaar wanneer MULTI PICTURE (Meerdere beelden) is
ingesteld op "OFF" (Uit).
Druk op de knop SET (Instellen) nadat u de ingang voor het actieve beeld hebt geselecteerd.
2
PICTURE SIZE*
Hiermee stelt u het formaat van de actieve afbeelding in.
(Beeldformaat)
Druk op de knop SET/POINT ZOOM (Instellen/Puntzoom) om het beeldformaat aan te passen. Druk op
+ of CH+ om te vergroten. Druk op - of CH- om te verkleinen.
OPMERKING: deze functie is niet beschikbaar wanneer MULTI PICTURE (Meerdere beelden) is
ingesteld op 4 PICTURES PBP (4 afbeeldingen PBP).
Afhankelijk van de instelling voor MULTI PICTURE MODE (Modus Meerdere beelden) kan het formaat
van sommige afbeeldingen niet worden gewijzigd.
PICTURE POSITION*
2
Actieve beeldlocatie instellen.
(Afbeeldingspositie)
Wanneer u op de knop + drukt, wordt de actieve afbeelding naar rechts verplaatst. Wanneer u op de
knop - drukt, wordt de afbeelding naar links verplaatst.
Wanneer u op de knop
drukt, wordt deze omlaag verplaatst.
OPMERKING: deze functie is niet beschikbaar wanneer MULTI PICTURE (Meerdere beelden) is
ingesteld op 4 PICTURES PBP (4 afbeeldingen PBP).
2
PICTURE ASPECT*
Hiermee selecteert u het beeldaspect van de actieve afbeelding: [FULL], [NORMAL] en [EXPAND].
(Beeldverhouding)
Zie pagina 17 als u de verhouding van het beeld op het scherm wilt wijzigen.
OPMERKING: deze functie is afhankelijk van de instelling voor MULTIPICTURE (Meerdere beelden).
ROTATE*
3
(Draaien)
ROTATE ALL
Als ON (Aan) is geselecteerd, worden alle afbeeldingen gedraaid.
(Alles draaien)
Als OFF (Uit) is geselecteerd, stelt u de instellingen voor ROTATE (Draaien) in voor elke afbeelding.
OPMERKING: als TEXT TICKER (Tekst-ticker), IMAGE FLIP (Beeld spiegelen) met uitzondering van
PICTURE1 (Afbeelding 1)
NONE (Geen), STILL (Stilstaand) is ingeschakeld of SCREEN SAVER (Schermbeveiliging) actief is, is
deze functie niet beschikbaar. Als ASPECT (Beeldverhouding) "1:1" is geselecteerd, kunnen tekens en
PICTURE2 (Afbeelding 2)
regels wat vaag zijn, afhankelijk van de signaalresolutie.
Als ROTATE (Draaien) is ingesteld op ON (Aan), zijn POINT ZOOM (Puntzoom) en IMAGE FLIP (Beeld
PICTURE3 (Afbeelding 3)
spiegelen) met uitzondering van NONE (Geen) niet beschikbaar. De instellingen voor ROTATE (Draaien)
voor elke afbeelding worden vrijgegeven wanneer MULTI PICTURE (Meerdere beelden) wordt ingesteld
PICTURE4 (Afbeelding 4)
op OFF (Uit).
Wanneer het ingangssignaal Interlace is, kan het beeld vervormd zijn.
Als het ingangssignaal 3840 x 2160 bij 60 Hz is en [3 PICTURES] (3 afbeeldingen), [4 PICTURES]
(4 afbeeldingen) is geselecteerd voor PICTURE NUMBER (Aantal beelden) in MULTI PICTURE MODE
(Modus Meerdere beelden), is ROTATE (Draaien) niet beschikbaar.
Als ROTATE (draaien) van MULTI PICTURE CONTROL (Bediening meerdere beelden) is geselecteerd
in het invoersignaal met hoge beeldverversingsfrequentie, wordt het beeld mogelijk niet vloeiend
weergegeven. Om dit te verbeteren, stelt u het invoersignaal in met een lage beeldverversingsfrequentie.
*1: Deze functie wordt vrijgegeven na selectie van SUPER in INPUT CHANGE (Ingangswijziging), SCREEN SAVER (Schermbeveiliging), INPUT CONFIGURATION
(Ingangsconfi guratie) en IMAGE FLIP (Beeld spiegelen) met uitzondering van NONE (Geen).
*2: Als TEXT TICKER (Tekst-ticker) actief is, is deze functie niet beschikbaar.
*3: Wanneer u OPTION selecteert voor invoer van meerdere beelden, is deze functie afhankelijk van de gebruikte optionele kaart.
1
(Bediening meerdere beelden)
drukt, wordt de actieve afbeelding omhoog verplaatst, en wanneer u op
Nederlands-25
-
-
-
-
OFF (Uit)
-
OFF (Uit)
OFF (Uit)
2 PICTURES/
PIP
PICTURE1
(Afbeelding 1)
ON (Aan)
-
37
X=95, Y=92
NORMAL
(Normaal)
OFF (Uit)