36
Telefoonfuncties
Snelkeuzetoetsen
Wijs een telefoonnummer toe aan een
van de cijfertoetsen 2-9.
'Snelkeuzetoetsen toewijzen', p. 27.
Gebruik snelkeuzetoetsen om op een
van de volgende manieren te bellen:
Druk op een cijfertoets en
•
vervolgens op de beltoets.
Als
Menu
•
>
Oproepen
>
geselecteerd is, houdt u een
cijfertoets ingedrukt.
Spraakgestuurde nummerkeuze
Start een oproep door een naam uit te
spreken die in Contacten is opgeslagen.
Aangezien spraakopdrachten
taalgevoelig zijn, moet u
Instellingen
Telefoon
>
Taalinstellingen
selecteren en uw taal instellen voordat
u spraakopdrachten gebruikt.
Opmerking: Het gebruik van
spraaklabels kan moeilijkheden
opleveren in een drukke omgeving of
tijdens een noodgeval. Voorkom dus
onder alle omstandigheden dat u
36
Zie
Instellingen
>
Snelkeuze
Aan
>
Menu
>
>
Taal display
>
uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1
Houd in de startschermmodus de
rechterselectietoets ingedrukt. Er
klinkt een korte toon en
de toon
wordt weergegeven.
2
Spreek de naam uit van het contact
dat u wilt bellen. Als de
spraakherkenning werkt, wordt
een lijst met mogelijke
overeenkomsten weergegeven. De
telefoon speelt de spraakopdracht
af van de eerste overeenkomst in de
lijst. Als dat niet de juiste opdracht
is, bladert u naar een andere
vermelding.
Opties tijdens een gesprek
Veel opties die u tijdens gesprekken
kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten.
Neem contact op met uw
serviceprovider voor informatie over
beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek
kies een van de beschikbare opties.
Netwerkopties zijn Standby,
oproep,
Toev. aan
afsluiten
en de volgende:
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Spreek na
Opties
Nieuwe
conferentie,
Alles
en