Persoonlijke instellingen
U kunt het apparaat instellen, de
instellingen aanpassen en op
verschillende manieren verbinding
maken.
Basisinstellingen
Telefooninstellingen
Selecteer
Menu
Telefoon.
Selecteer een van de volgende opties:
Taalinstellingen — Als u de taal wilt
instellen voor uw apparaat, selecteert u
Taal display
en een taal. Als u de taal
van het apparaat wilt instellen aan de
hand van de informatie op de SIM-kaart,
selecteert u
Taal display
Automatisch.
Geheugenstatus — Het
geheugenverbruik weergeven.
Aut. toets.blokk. — De toetsen
worden automatisch na een vooraf
ingestelde vertragingstijd vergrendeld
wanneer het apparaat in de standby- of
startschermmodus is en geen functie is
gebruikt.
Toetsenblokkering — Het apparaat zo
instellen dat om de beveiligingscode
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Instellingen
en
>
>
Persoonlijke instellingen
wordt gevraagd om de toetsen te
ontgrendelen.
Spraakherkenning
— Spraakopdrachten instellen of de
spraakherkenningstraining starten.
Offlineverzoek — Het apparaat zo
instellen dat wordt gevraagd om het
profiel Vlucht wanneer u het apparaat
inschakelt. In het profiel Vlucht zijn alle
radioverbindingen uitgeschakeld.
Telefoonupdates — Software-
updates van uw serviceprovider
toestaan (netwerkdienst). De
beschikbare opties kunnen variëren.
Operatorselectie — Handmatig
selecteren welk netwerk u gebruikt.
Automat. Help-tekst — Het apparaat
zo instellen dat Help-tekst wordt
weergegeven. .
Starttoon — Een toon afspelen
wanneer u het apparaat inschakelt. .
SIM-acties bevest. — Extra
netwerkdiensten openen vanaf uw SIM-
kaart. Deze optie is mogelijk niet
beschikbaar, afhankelijk van uw SIM-
kaart.
23
23