■ Windows Vista
1
Open vanuit het startmenu het [Configuratiescherm] en selecteer
vervolgens [Vormgeving en persoonlijke instellingen] -
[Beeldschermresolutie aanpassen] onder [Start configuratiescherm].
2
Selecteer de resolutie die het dichtst komt bij de maximale
uitgangssignaalresolutie van de projector uit de [Resolutie]-lijst.
3
Klik op de [OK]-knop.
■ Mac OS X
1
Open het Apple-menu en selecteer [Systeemvoorkeuren].
2
Klik in het venster [Systeemvoorkeuren] op het pictogram
[Beeldschermen] om het beeldschermvenster weer te geven.
3
Selecteer het tabblad [Beeldscherm] en selecteer de resolutie die het
dichtst ligt bij de uitgangssignaalresolutie van de projector van de lijst
[Resoluties].
4
Sluit het venster [Systeemvoorkeuren].
Auto PC-instelling
Als bij selectie van [Analog PC-1] of [Analog PC-2] de beeldweergave verschuift of
het scherm flikkert, drukt u op de AUTO PC-knop om de projector optimaal af te
stellen.
De afstellingsresultaten zullen worden opgeslagen. Als de projector opnieuw met
dezelfde computer gebruikt wordt, zal wanneer het ingangssignaal wordt gekozen
het beeld automatisch onder dezelfde omstandigheden geprojecteerd worden die
eerder werden afgesteld.
Afstandsbediening
Als de bijstelling door Auto PC niet voldoende is, kunt u het volgende doen.
• Selecteer het ingangssignaal dat overeenkomt met de resolutie van de computer uit
[Ingangssignaalkeuze]. (P91)
• Als bijstelling onvoldoende blijft na bovenstaande handeling, kunt u via
[Ingangssignaalinstellingen] de optie [Totaal aantal beeldpunten], [Tracking],
[Horizontale positie], [Vertikale positie], [Horizontale beeldpunten] en [Vertikale
beeldpunten] instellen. (P92)
• Raadpleeg de tabel op
ondersteunde signaalsoorten.
pagina 190
-
191
voor informatie over de door de projector
59
Projectieprocedure