Problemen oplossen
Oorzaak
Het koppelstuk van de
lens is niet op de juiste
manier bevestigd.
Het luchtfilter is niet op
de juiste manier
geïnstalleerd.
Toetsvergrendeling staat
aan.
■ U kunt geen beeld projecteren vanaf de projector
Oorzaak
Een kabel is niet correct
aangesloten.
Er zijn nog geen
20 seconden voorbij
sinds het inschakelen
van de projector.
Er wordt geen beeld
gestuurd vanaf het AV-
apparaat.
Aansluiting met de
ingang is niet correct
uitgevoerd.
Er is geen type
ingangssignaal
geselecteerd voor het
aangesloten AV-
apparaat.
Het type ingangssignaal
is onjuist.
De BLANK-functie is
ingeschakeld.
Er wordt geen beeld
geprojecteerd door een
probleem in de
computer.
De lenskabel is niet op de juiste manier aangesloten
op de lenseenheid. Haal de stekker van de projector
uit het stopcontact, sluit de lenskabel goed aan op de
lenseenheid en steek de stekker weer in het
stopcontact. Als dezelfde waarschuwing zich
opnieuw voordoet, neemt u contact op met het
Canon Call Center.
Controleer of het luchtfilter op de juiste manier
geïnstalleerd is. (P174)
Controleer of de Toetsvergrendeling (P118) is
aangezet voor de projector of de afstandsbediening.
Controleer of de projector correct op de computer of
op het AV-apparaat is aangesloten.
Wanneer de projector is ingeschakeld, wordt
gedurende ongeveer 20 seconden een
openingsscherm getoond. Druk op de OK-knop op
de afstandsbediening of op het zijbedieningspaneel
om direct een beeld te projecteren. (P32, P37)
Controleer of het beeld wordt afgespeeld op de
video-camcorder, dvd-speler, enz.
Controleer of het AV-apparaat correct is aangesloten
op de ingang van de projector. (P35)
Controleer of hetzelfde ingangssignaal correct is
geselecteerd in the [Ingang]-menu voor het
aangesloten AV-apparaat. (P57)
Controleer of het geselecteerde type ingangssignaal
juist is. (P91, P190)
Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening.
(P73)
Schakel eerst de projector en dan de computer uit en
dan weer in.
202
Maatregel
Maatregel
(P50
- P52)