Inhoudsopgave
Advertenties
16. Eerste opstart
Bij levering van de warmtepomp is de compressor geblokkeerd om
onbedoeld opstarten te voorkomen. De warmtepomp kan geïnstalleerd en
opgestart worden voordat de gesteente/aardwarmtepomp of de lucht/water-
warmtepomp in bedrijf is genomen.
De warmtepomp kan ook opgestart worden zonder dat de ruimtevoeler
geïnstalleerd is, aangezien de ingestelde curve de verwarming zal regelen.
Deselecteer de ruimtevoeler in het menu "Instellingen". De voeler kan echter
altijd worden geïnstalleerd voor de alarm-LED-functie.
Voor de eerste start
1.
Controleer of de warmtepomp en het systeem met water gevuld
en ontlucht zijn. (De warmtepomp kan ontlucht worden via het
ontluchtingsklep op de bovenklep van het product).
2.
Controleer, indien van toepassing, of het captatiesysteem is gevuld
met water en antivries en of het is ontlucht, of zorg ervoor dat de
compressor is geblokkeerd.
(Dit geldt voor docking met een vloeistof-water warmtepomp)
3.
Controleer of alle aansluitingen niet lekken.
4.
Controleer of de sensoren en de verwarmingspomp zijn aangesloten
op de voedingsbron.
De thermostaat van de back-upverwarming heeft UIT als
5.
fabrieksinstelling. Aanbevolen modus is
vorstbescherming, ca. +7°C. De thermostaat voor de back-
upverwarming zit in het elektrische schakelbord achter het
voorpaneel. De thermostaat staat op de positie UIT wanneer
deze zo ver mogelijk linksom worden gedraaid (de gleuf voor de
schroevendraaier moet verticaal zijn).
LET OP! Controleer aan het einde van de installatie de aansluiting van
de stroomomvormer. In deze situatie is het belangrijk dat u alle grote
stroomverbruikers in het huis uitschakelt. Zorg er ook voor dat de back-
upthermostaat is uitgeschakeld.
114
= instelling
Sleuf voor
schroevendraaier
Symbool voor thermostaat back-
upverwarming:
Advertenties
Inhoudsopgave
