Klemmenstrook
Achter het paneel is een klemmenbord voor sensoren enz.
Open eerst het veerblok met een
!
schroevendraaier voordat de kabel wordt
aangebracht. Anders bestaat het gevaar van
een slecht contact. Zorg er ook voor dat de
draad goed is ontmanteld.
14.2 Instellingen die door de installatie-
elektricien uitgevoerd moeten worden
De volgende instellingen moeten worden door de installatie-elektricien worden
gemaakt na de installatie:
•
Selecteer de grootte van de hoofdzekering.
•
Selecteer de vermogensbeperking voor de elektrische weerstand.
•
Controleer de aansluiting van de ruimtevoeler.
•
Controleer of de aangesloten voelers aanvaarde waarden aangeven.
Voer de onderstaande controles uit.
Hoofdzekering en effectbeperkingsinstellingen
Zie het hoofdstuk over de "Eerste start".
Controleer de aansluiting van de ruimtevoeler
Ga naar het menu: "Installateur/Service/Functietest/
•
Verwarmingskring".
•
Ga omlaag en selecteer de optie LED ruimtevoeler en druk op OK.
•
Selecteer Aan met de toets + en druk op OK.
Controleer of de LED van de ruimtevoeler gaat branden. Als dat niet
zo is, controleert u de kabels en de aansluiting.
•
Selecteer Uit met de toets - en druk op OK. Als de OK-LED uitgaat, is
de controle voltooid.
•
Keer terug naar het startmenu met de Home-toets.
De aangesloten voelers controleren
Als er een voeler incorrect is aangesloten, verschijnt er een bericht op het
display, bijv. "Alarm buitenvoeler". Als er verschillende voelers incorrect zijn
aangesloten, worden de verschillende alarmen weergegeven op verschillende
regels.
Als er geen alarm wordt weergegeven, zijn de voelers correct aangesloten.
De stroomsensoraansluiting heeft geen alarm, maar de stroomwaarde kan
worden afgelezen in het menu Werkingsdata. De tolerantie/nauwkeurigheid is
zeer laag bij kleine stroomwaarden.
101