12. Installatie van de leidingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen en
regelgeving. Raadpleeg BBR-99 en de Instructies voor Warm en Heet Water
1993. Het product moet worden aangesloten op een expansievat in een
open of gesloten systeem. Vergeet niet om het verwarmingskring schoon te
spoelen voor het aansluiten. Pas alle installatie-instellingen toe op basis van de
beschrijving in het hoofdstuk over de "Eerste start".
De warmtepomp werkt met een max vertrek/retourtemperatuur door de
condensor van tot 65/58°C naar de onderste tank.
Wanneer de warmtepomp werkt in de richting van de bovenste tank, kan het
vertrek tot 70 °C bereiken vanaf de condensor.
12.1 Vullen
De vulklep (nr. 90, zie het schema op de volgende pagina) wordt aangesloten
op de retourleiding van de verwarmingen. De klep kan ook worden
geïnstalleerd in de richting van de expansieleiding. Bij het vullen van het
systeem moet de mengklep (Y1) wijd open staan. Trek de knop op de klep uit
en draai de knop zo ver mogelijk linksom. Vergeet niet om de knop van de klep
in te duwen in de automatische modus.
84