Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Installatie - CTC EcoHeat 400 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EcoHeat 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

14. Elektrische installatie

Installatie en de warmtepompaansluiting moeten worden uitgevoerd door
een bevoegd elektricien. Alle bedrading moet worden aangelegd volgens
de geldende bepalingen. Het product is intern aangesloten in de fabriek en
ingesteld op een vermogen van 5,5 kW. -Het heeft een gelijke belasting van
de fasen tijdens alle vermogensstappen.
Voeding
De voedingskabel wordt bij (1) aangesloten. Lengte 180 cm.
De minimum zekeringgrootte van de groep staat gespecificeerd in de
"Technische gegevens".
Meerpolige veiligheidsschakelaar
De installatie moet worden voorafgegaan door een meerpolige
veiligheidsschakelaar volgens overspanningscategorie III die zorgt voor de
afsluiting van alle stroom.
De circulatiepomp aansluiten, verwarmingskring (G1)
De verwarmingspomp is elektrisch aangesloten op het klemmenbord.
Elektrische gegevens: 230V 1N~. Interne zekering 10A.
Max thermostaat
Als de warmtepomp is opgeslagen op een extreem koude plaats, kan
de max thermostaat zijn ingeschakeld. Reset dit door de toets op het
elektrische schakelpaneel achter het voorpaneel in te drukken.
Controleer na installatie altijd of de max thermostaat niet is ingeschakeld.
Extra laagspanningsbeveiliging
De volgende uitgangen en ingangen hebben extra
laagspanningsbeveiliging: stroomomvormer, buitenvoeler, binnenvoeler,
vertrekvoeler, retourvoeler, NR/SO.
Aansluiting van buitenvoeler (B15)
De voeler moet worden aangebracht op de noord-west- of noordzijde van
het huis, zodat er geen ochtend- en avondzon op kan vallen. Als de kans
bestaat dat de voeler wordt beïnvloed door de zon, moet er een scherm
voor de voeler worden geplaatst.
Plaats de voeler op ongeveer 2/3 van de hoogte van de gevel bij een hoek,
maar niet onder een afdak of een andere soort bescherming tegen de wind.
Plaats de voeler ook niet boven ventilatiekanalen, deuren of ramen waar
de voeler kan worden beïnvloed door andere factoren dan de werkelijke
buitentemperatuur.
Aansluiten van ruimtevoeler (B11) (B12)
De ruimtevoeler wordt op een centraal punt in het huis geplaatst, in de
meest open mogelijke positie, bij voorkeur in de leefruimte of in een hal
tussen verschillende kamers. Dit is de beste positie voor de voeler om een
gemiddelde temperatuur voor het huis te registreren.
Leid een driedraads kabel (minimaal 0,5 mm
en de binnenvoeler. Bevestig de ruimtevoeler stevig op ruwweg 2/3 van
de hoogte van de muur. Sluit de kabel aan op de binnenvoeler en de
warmtepomp.
98
) tussen de warmtepomp
2
Bovenaanzicht
vat van 18 l
1
Symbool voor max. thermostaat
Bevestig de voelerkabel
!
nog niet permanent
totdat u heeft getest wat
de beste plaats is.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave