Hoofdstuk 9
1 Sproeikop
2 Oppervlak en randen van inktpatroon
3.
Controleer of er zich geen vezels op het oppervlak of de randen van de
inktpatroon bevinden.
Herhaal stap 1 en 2 als er nog steeds vezels aanwezig zijn.
4.
Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de tweede inktpatroon.
5.
Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder schoon met
behulp van schone, bevochtigde wattenstaafjes.
Herhaal dit proces totdat er geen inktresten of stof meer op een schoon
wattenstaafje verschijnen.
1 Inktpatroonhouder
2 Zijkanten van de inktpatroonhouder
6.
Plaats de inktpatronen in de printer en sluit vervolgens de printerkap.
7.
Sluit het netsnoer aan de achterzijde van de printer aan.
8.
Druk een
9.
Herhaal de reinigingsprocedure als er nog steeds inktstrepen op de afdrukken
verschijnen.
48
testpagina
af.
HP Deskjet 3900 series