3.1.2 Sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar voorkomt het onbevoegd inschakelen van
de hoogspanningsmodule. Bewaar de sleutel op een veilige,
alleen voor daartoe bevoegd personeel toegankelijke, plaats.
Verwijder steeds na beeindiging van de test de sleutel in positie
„0".
3.1.3 Signaleren van bedrijfstoestanden
Signaallampen
De in de hoogspanningsmodule geintegreerde signaallampen sig-
naleren twee bedrijfstoestanden:
GROEN
: Testinstrument startklaar
• Sleutelschakelaar in positie „I" (ON).
• Voedingsspanning voor signaal- en stuurstroomcircuit van de
hoogspanningsmodule is ingeschakeld.
• De spanningstoevoer van de testspanning is nog uitgescha-
keld en nog tegen abusievelijk inschakelen beveiligd.
!
Let op!
Voor het betreden van de gevarenzone moeten alle
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, zoals het plaatsen
van waarschuwingsborden WS1 en ZS2 volgens
DIN 40008 deel 3, getroffen zijn.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
ROOD
: Testinstrument startklaar,
• U heeft het menu voor de start van de spanningstest gekozen
en vervolgens de knop START gedrukt.
• De spanningstoevoer naar de veiligheidstestpen is nog uitge-
schakeld zolang de trekker aan het hoogspanningspistool niet
is ingedrukt.
• De testsondes zijn tegen onwilkeurig aanraken beveiligd zo-
lang de trekkers aan de hoogspanningspistolen niet zijn inge-
drukt.
!
Let op!
In de positie „startklaar" moeten alle toegangwegen tot
de gevarenzone beveiligd zijn!
Voor vervangen der lampen zie hoofdst. 11.5.2, blz. 59
Externe signaallampen
De externe signaallampen signaleren dezelfde bedrijfstoestanden
als de in de hoogspanningsmodule geintegreerde signaallampen.
Ze dienen bovendien ter beveiliging van de testplaats en moeten
buiten de grenzen van de gevarenzone goed zichtbaar zijn.
De externe signaallampen kunnen direkt aan de hoogspannings-
module aangesloten worden.
Aanwijzing
Om veiligheidsredenen dienen uitsluitend de signaallam-
pen Z504D van GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
gebruikt te worden.
Voor vervangen van lampem zie hoofdst. 11.5.3, blz. 60
GEVAAR!
15