Schermregeling
Het monitorscherm instellen.
Schermregeling
1
Geef het eenvoudige regelscherm weer
Zie <Hoe het bronregelscherm weergeven>
(pagina 17).
2
Geef het scherm voor de schermregeling
weer
3
Stel de beeldkwaliteit in
[Bright] Helderheidsregeling
[Tint] Tintregeling
Weergegeven voor een NTSC-systeembeeld
op video, iPod, tvof achteruitrijcamera.
[Color] Kleurregeling
Alleen weergegeven op video, iPod, tv of
achteruitrijcamera.
[Contrast] Contrastregeling
[Black] Zwartniveauregeling
[Sharpness] Scherpteregeling
Alleen weergegeven op het video- iPod-, USB-,
SD-, tv- of achteruitrijcamerascherm.
[Dimmer] Dimmermodus instellen
"ON": De schermverlichting wordt gedimd.
"OFF": De schermverlichting wordt niet gedimd.
"SYNC": Voor het aan- of uitzetten van
de dimmerfunctie wanneer de
verlichtingsschakelaar van de auto
wordt in- of uitgeschakeld.
"NAV-SYNC": De dimmerfunctie aan- of
uitzetten naargelang de
displayinstelling van Navigatie
Dag/Nacht.
(uitsluitend DNX9240BT)
[Mode] Selecteert een schermmodus.
U kunt een van de volgende schermmodi
selecteren.
"Full", "Just", "Zoom", "Normal"
⁄
• Het scherm voor schermregeling wordt alleen
weergegeven wanneer u de parkeerrem hebt
aangetrokken.
• De beeldkwaliteit kan voor elke bron worden ingesteld.
• U kunt de beeldkwaliteit instellen van schermen zoals het
menu van <Schermregeling> (pagina 68).
Volledige beeldmodus ("Full")
Uitgevulde beeldmodus ("Just")
Zoombeeldmodus ("Zoom")
Normale beeldmodus ("Normal")
Nederlands
43