Het beeld bijstellen
Het beeld weergeven met de opgeslagen
beeldkwaliteit (functie Geheugen)
Opslaan in geheugen
Met behulp van de geheugenfunctie kunt u de instellingen voor Beeld registreren vanuit het menu
Configuratie en ze vervolgens indien nodig laden.
a
Maak de instellingen en aanpassingen
die u wilt registreren.
b
Druk op de knop [Menu] om menu's
weer te geven in de volgorde:
Instellingen - Geheugen.
Afstandsbedie-
ning
c
Gebruik de knoppen omhoog en
omlaag voor het selecteren van
Opslaan in geheugen en druk
vervolgens op de knop [Enter] om de
selectie te bevestigen.
Bedieningspaneel
44
d
Gebruik de knoppen omhoog en
omlaag om de naam van het
geheugen te selecteren waar u wilt
opslaan en druk vervolgens op de
knop [Enter] om de selectie te
bevestigen.
De huidige projectorinstellingen worden
opgeslagen in het geheugen.
Als het teken links van de naam van het
geheugen aquakleurig is, betekent dit dat
er al gegevens onder die naam
geregistreerd staan. Wanneer u een
geheugenpositie met opgeslagen
instellingen selecteert, verschijnt een
bericht waarin u wordt gevraagd of u het
geheugen wilt overschrijven. Als u Ja
selecteert, wordt de reeds aanwezige
inhoud gewist en komen de nieuwe
instellingen in de plaats daarvan.