3.2.2
Principes van warmtevraag
3.2.3
Bedieningsvolgorde
3.2.4
Vorstbeveiliging
7795146 - v.01 - 25082021
Een belangrijk voordeel om de wamtedoorgifte buiten de tank te laten
plaatsvinden, is dat de efficiëntie niet wordt beïnvloed door de
temperaturen in de tank. Zo lang als warm water wordt afgenomen, is de
retourtemperatuur praktisch hetzelfde als de koudwatertemperatuur.
Wanneer de temperatuursensor van de SWW-tank een lagere
temperatuur dan het setpunt - schakelverschil meet, wordt een
warmtevraag gestart en begint de brander te werken. De regelaars
berekenen het setpunt van de laadtemperatuur (fabriekswaarde is setpunt
SWW-tank + 3°C). Vervolgens moduleren de regelaars de pomp en de
brander zodat de laadtemperatuur naar de tank tot niet meer dan 2°C
boven het berekende laadsetpunt stijgt.
Wanneer het setpunt is bereikt, schakelen de regelaars de brander uit en
blijft deze in stand-by tot er een nieuwe warmtevraag volgt.
Voorwaarden voor werking voor deze ketel:
Voldoende gastoevoer
220-240V 50Hz voeding
Warmwatervraag
1. De circulatiepomp wordt ingeschakeld.
2. De regeleenheid schakelt de ventilator in.
3. De ventilator blaast op voorhand lucht door de luchtkanalen van de
warmtegenerator.
4. Nadat de ventilator 15 seconden heeft gewerkt, vonkt de elektrode en
wordt het gasblok geopend.
5. De vonk werkt 5 seconden. Gedurende deze tijd kan het gasblok 10
seconden open staan als de gedetecteerde vlam een
minimumdrempel bereikt.
6. In de 3 seconden na een geslaagde ontsteking stabiliseert de vlam.
7. Aan het einde van de stabilisering controleren de regelingen op de
aanwezigheid van een vlam. Als geen vlam kan worden gedetecteerd,
worden stap 1 - 6 tot 4 keer herhaald (binnen een periode van 24 uur),
alvorens de warmtegenerator permanent wordt geblokkeerd.
8. Als de vlam bevestigd is, verhogen de regelingen de
ventilatortoerentallen voor de gevraagde omstandigheden.
De warmtegenerator blijft werken tot:
De warmwatervraag is vervuld
De regeltimer de vraag heeft uitgeschakeld
De regeling een storing detecteert
De ketel is uitgerust met een automatisch vorstbeveiligingssysteem. Het
vorstbeveiligingssysteem werkt als de ketel:
Aangesloten is op de voeding.
Aangesloten is op de gastoevoer.
Niet geblokkeerd is.
Als de temperatuur van de SWW-tank onder 5°C daalt, worden de
warmtegeneratoren ingeschakeld tot de temperatuur tot 6°C stijgt, waarna
zij weer worden uitgeschakeld.
3 Beschrijving van het product
9