Afsluitende Instructies; Controleren Van De Sww-Tanksensor; Gebruikersinstructies - REMEHA CWH Ace 30/201 Installatie- En Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor CWH Ace 30/201:
- Installatie-, gebruikers en servicehandleiding (80 pagina's) ,
- Servicehandleiding (64 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (32 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Tab.30
Modbus-parameters
Menu
Modbus
Tab.31
Opmerking over datum- en tijdwaarden
Jaar (8-bit waarde)
Maand
Tijdprogramma
7.7
Afsluitende instructies
7.7.1
Controleren van de SWW-tanksensor
7.7.2
Gebruikersinstructies
7795146 - v.01 - 25082021
Parameter
6651 Modbus slave-adres
6652 Modbus baudsnelheid
6653 Modbus pariteit
6654 Modbus stopbit
2000 - 2099 = 100...199
1 = januari...12 = december
De tijdwaarde wordt ingesteld in 10 minuten
Voorbeeld:
Inschakeltijd van 06:10 = H-byte waarde: 37
Uitschakeltijd van 22:00 = L-byte waarde: 132
De SWW-tanksensor bevindt zich in een afgesloten buis die uitsteekt tot
op de bodem van de tank. Voor een optimale regeling van de temperatuur
van de SWW-tank moet de tanksensor tegen de onderkant van de buis
komen. De sensorkabel bevindt zich bovenaan de tank, onder het witte
wollen isolatiemateriaal.
1. Trek de sensorkabel een beetje omhoog.
2. Voer de kabel omlaag in de buis tot hij stopt op de bodem.
3. Leg de kabel zo dat er voldoende speling is om te voorkomen dat de
kabel van de bodem van de buis wordt getrokken.
Na de inbedrijfstelling moet de gebruiker worden geïnstrueerd over het
veilig gebruik en de veilige werking van de ketel. Zorg voor de volgende
punten:
Overhandig deze handleiding en alle andere bijgeleverde documentatie.
Leg het belang uit van ventilatie-openingen en het
rookgasafvoersysteem, en dat deze op geen enkele manier mogen
worden veranderd of verstoord.
7 Inbedrijfstelling
Opmerkingen
Alle apparaten in het modbus-netwerk
moeten een eigen uniek slave-adres
hebben.
Alle apparaten in het modbus-netwerk
moeten dezelfde transmissiesnelheid
hebben. Hoe hoger de transmissiesnel
heid, hoe korter de kabels tussen de ap
paraten moeten zijn (een verdubbeling
van de baudsnelheid resulteert in een
halvering van de vereiste kabellengte).
De aanbevolen baudsnelheid met een
kabellengte van minder dan 500 m is
19200.
Alle apparaten in het modbus-netwerk
moeten dezelfde pariteit hebben. De
aanbevolen instelling is 'even'.
Alle apparaten in het modbus-netwerk
moeten hetzelfde aantal stopbits hebben
(1 of 2). Als de instelling 2 stopbits is,
dan moet de pariteit op 'geen' ingesteld
zijn. De aanbevolen instelling is '1'.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
