5.4
Elektrische aansluitingen
5.4.1
Potentiaalvrije contacten
6
Voorbereiding van de inbedrijfstelling
6.1
Beschrijving van het bedieningspaneel
6.1.1
Gebruikersinterfacecomponenten
Afb.13
Beginscherm
1
20-08-2021
2
... ... ...
3
... ... ...
4
5
6
7
6.1.2
Weergavetoestanden van bedieningsobjecten
6.1.3
Afstellen van bedieningsobjecten in het werkgebied
7795146 - v.01 - 25082021
De ketel heeft potentiaalvrije contacten, die kunnen worden gebruikt voor
een gebouwbeheersysteem of een afstandsindicatiepaneel. Deze
potentiaalvrije contacten zijn voorgeconfigureerd voor de volgende
functies:
Op afstand activeren: Door deze aansluiting te sluiten wordt het
warmwatersysteem geactiveerd als de schakelaar op de voorzijde van
de ketel op aan wordt gezet. De voorgeïnstalleerde bedrading moet
worden verwijderd bij de installatie van de bedrading voor het
gebouwbeheersysteem.
Storingsindicator: Wanneer de regeling een storing heeft gedetecteerd,
zal dit contact sluiten om aan te geven dat er een storing is opgetreden.
Een storingsmeldingsvertraging van 1 minuut is in de regelaar
geprogrammeerd. Deze vertraging kan indien nodig via het
bedieningspaneel worden gewijzigd.
Vlamindicator: Wanneer de ketel in werking is en de regeling een vlam
heeft gedetecteerd, wordt het relais ingeschakeld en sluit het het circuit.
De gebruikersinterface bestaat uit de volgende componenten:
8
60.1
o
C
58.9
o
C
9
AD-3001958-01
Elk bedieningsobject kan drie weergavetoestanden hebben:
Niet geselecteerd:
weergegeven, zwart op een witte achtergrond.
Voorgeselecteerd:
Geselecteerd:
zwarte achtergrond.
1. Draai de bedieningsknop om een bedieningsobject te voorselecteren.
1 Statusbalk
2 Beginscherm
3 Sanitair-warmwaterpagina
4 Werkgebied
5 Pijl terug
6 Informatiepagina
7 Instellingenpagina
8 Casc. aanvoertemp. (alleen weergegeven voor 90+ kW modellen)
9 Tapwater temp 1
. Het bedieningsobject wordt normaal
. Het bedieningsobject is in een kader.
. Het bedieningsobject wordt geïnverteerd met wit op
Belangrijk
Als een bedieningsobject uit meerdere niveaus bestaat, wordt bij
selectie van het object het lage niveau weergegeven. Selecteer
Terug in het werkgebied om terug te keren naar het vorige niveau.
6 Voorbereiding van de inbedrijfstelling
21