MicroSDHC
Dit apparaat gebruikt microSD- en
microSDHC-geheugenkaarten.
Met het oog op de interoperabiliteit moet
u alleen compatibele geheugenkaarten in dit
apparaat gebruiken. Vraag de fabrikant of de
leverancier naar de compatibiliteit van een
geheugenkaart. Kaarten van een ander type dan
microSD en microSDHC zijn niet compatibel met dit
apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart
gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart
en het apparaat en kunnen de gegevens die op de
incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd
raken.
Een geheugenkaart gebruiken
Als u een geheugenkaart wilt formatteren voor uw
apparaat, selecteert u
Opties
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd,
gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de
geheugenkaart moet formatteren voor het eerste
gebruik.
Als u de naam van de geheugenkaart wilt wijzigen,
selecteert u
Opties
Naam
>
U kunt een geheugenkaart beveiligen met een
wachtwoord om onbevoegd gebruik te voorkomen. Als
u een wachtwoord wilt instellen, selecteert u
Wachtw.
instellen. Het wachtwoord mag acht tekens
lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord
wordt opgeslagen op het apparaat. U hoeft het niet
opnieuw in te voeren zolang u de geheugenkaart in
hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de geheugenkaart
Geh.kaart
formatt..
>
geh.kaart.
Opties
>
in een ander apparaat gebruikt, wordt naar het
wachtwoord gevraagd. Niet alle geheugenkaarten
ondersteunen beveiliging met een wachtwoord.
Als u het wachtwoord voor de geheugenkaart wilt
verwijderen, selecteert u
Wanneer u het wachtwoord verwijdert, zijn de
gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd
tegen onbevoegd gebruik.
Als u een geblokkeerde geheugenkaart wilt openen,
selecteert u
Opties
Geh.kaart
>
wachtwoord in.
Tekst invoeren
De invoermethoden die in het apparaat beschikbaar
zijn, kunnen verschillen, afhankelijk van de
verschillende verkoopmarkten.
Traditionele tekstinvoer
Als u tekst invoert met de traditionele tekstinvoer,
wordt in de rechterbovenhoek van het scherm
weergegeven.
en
geven het geselecteerde type letters
aan.
geeft aan dat de eerste letter van de zin een
hoofdletter is en de overige letters kleine letters zijn.
geeft de cijfermodus aan.
Als u tekst wilt invoeren met het toetsenbord, drukt u
de cijfertoets 2-9 herhaaldelijk in, totdat het juiste
teken verschijnt. Er zijn per cijfertoets meer tekens
beschikbaar dan op de toets is aangegeven. Als de
Opties
Wachtw.
verw..
>
deblokk.. Voer uw
31