Certificaatbeheer
•
beveiligingscertificaten.
Beveiligingsmodule
•
beveiligingsmodule.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken
van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per
ongeluk het alarmnummer kiest. Codes worden als
sterretjes weergegeven. Wanneer u een code wilt
wijzigen, voert u eerst de huidige code in en voert u
daarna tweemaal de nieuwe code in.
Apparaat- en SIM-kaartbeveiliging
Als u de pincode wilt wijzigen, selecteert u
en SIM-kaart
> PIN-code. De PIN-code moet 4 tot 8
cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Deze code wordt geleverd bij de
SIM-kaart. Nadat er driemaal achter elkaar een
verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt deze
geblokkeerd. U moet u de blokkering opheffen met
behulp van de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer
kunt gebruiken.
Als u het toetsenbord na een bepaalde periode
automatisch wilt laten blokkeren, selecteert u
Telefoon en SIM-kaart
ttsnb..
Selecteer
Telefoon en SIM-kaart
blokk. telefn
om een time-out in te stellen waarna het
apparaat automatisch wordt geblokkeerd en alleen
kan worden gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode
wordt ingevoerd. Geef het aantal minuten voor de
time-out op of selecteer
blokkering wilt uitschakelen. Wanneer het apparaat is
146
geblokkeerd, kunt u nog steeds inkomende oproepen
— Beheer uw
— Beheer uw
Telefoon
Per. autom. blokk.
>
Per. autom.
>
Geen
als u de automatische
beantwoorden en kunt u in sommige gevallen ook nog
het alarmnummer kiezen dat in uw apparaat is
geprogrammeerd.
Als u een nieuwe beveiligingscode wilt instellen,
selecteert u
Telefoon en SIM-kaart
Blokkeringscode. De vooraf ingestelde
blokkeringscode is 12345. Voer de huidige code in en
vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code
mag tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel
cijfers als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als
kleine letters. U krijgt een melding als de
blokkeringscode niet de juiste notatie heeft.
De oorspronkelijke
instellingen terugzetten
Als u de oorspronkelijke instellingen op het apparaat
wilt terugzetten, selecteert u Fabrieksinstell..
Hiervoor hebt u de blokkeringscode van het apparaat
nodig. Nadat de instellingen zijn teruggezet, kan het
langer duren voordat het apparaat is ingeschakeld.
Documenten, contactgegevens, agenda-items en
bestanden blijven ongewijzigd.
Telefooninstellingen
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
Telefoon.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Oproep
— Definieer algemene oproepinstellingen.
•
>
Instell.
>
>