Analoge telefoonlijn en modeminstellingen
Deze instellingen omvatten de modemparameters en het telefoonnummer dat het
mailsysteem belt om de meter te vullen of om verbinding te maken met online
services (zie Geldzaken p.67).
De parameters voor de analoge modem instellen
De parameters
voor de analoge
modem instellen
8
LAN-instellingen
LAN-parameters (breedbandinternet) instellen
LAN-parameters
(breedbandin-
ternet) instellen
144
Controleer of de telefoonlijn is geselecteerd: zie De verbinding
met postservice/online services instellen p.143.
De parameters voor de modem instellen:
1
Als supervisor (zie Aanmelden als supervisor p.120):
- voor een analoge telefoonlijnmodem:
Druk op
> Communication settings (Communicatie-instellin-
gen) > Modem settings (Modeminstellingen)
2
Geef in de schermen die vervolgens worden weergegeven
de vereiste parameters op en druk op [OK] om de schermen
te voltooien tot u terugkeert naar het scherm Communi-
cations settings (Communicatie-instellingen).
LAN-instellingen kunnen alleen worden uitgevoerd als het appa-
raat is aangesloten op het LAN bij het opstarten.
De parameters van het LAN instellen:
1
Als supervisor (zie Aanmelden als supervisor p.120):
Druk op
> Communication settings (Communicatie-instellin-
gen) > LAN settings (LAN-instellingen)
Het menu voor LAN-configuratie wordt weergegeven.
2
Selecteer > Auto om automatisch het LAN te configureren
(aanbevolen).
Selecteer anders > Manual (Handmatig) om handmatig pa-
rameters in te stellen.
9.4
en typ
of selecteer het pad:
9.2
en typ
of selecteer het pad: