Nr.
Item
C-3
Wachtwoord om in te
loggen op de
doelcomputer
C-4
Profielnaam om de
instellingen te
registreren
C-5
Gedeelde mapnaam
in de doelcomputer
C-6
Bestandsnaam van de
gescande gegevens
De algemene
instellingeninformatie
controleren
Controleer de algemene instellingeninformatie
voor Scannen naar e-mail, Scannen naar netwerk-
pc, Scannen naar faxserver en Internetfax en vul
de overeenkomstige kolommen van het
instellingeninformatieformulier in.
Beheerderwachtwoord voor uw
machine
Voer het beheerderwachtwoord van uw machine
in A-1 van het instellingeninformatieformulier in.
Vraag de beheerder naar het wachtwoord als u
niet de beheerder van de machine bent.
Memo
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Het beheerderwachtwoord staat standaard ingesteld op
"aaaaaa".
Gatewayadres/DNS-server
Druk op de toets <SETTING
1
(INSTELLING)> op het
bedieningspaneel.
Controleer of [Rapporten] is
2
geselecteerd voor en druk op
Controleer of [Configuratie] is
3
geselecteerd en druk op
Druk op
of
om [Ja] te selecteren in
4
het bevestigingsscherm en druk op
Samenvatting
Wachtwoord om in te loggen op de
computer waaraan u gescande gegevens
doorstuurt
Naam voor het registreren van de
machine-instellingen
Mapnaam van de computer waaraan u de
gescande gegevens doorstuurt
Mapnaam gescande gegevens
.
OK
.
OK
.
OK
- 71 -
De netwerkinstellingen configureren
Voorbeeld
mb491
Sales
SalesDev
ScanData
Voer het adres in dat geschreven is in de
5
gatewayadresregel rechtsonder pagina 3
van de afgedrukte configuratie in A-2 op
het instellingeninformatieblad.
Voer het adres in dat geschreven is in de
6
DNS-serverregel (primair) rechtsonder
op dezelfde pagina in A-3.
Opmerking
U dient het gatewayadres van tevoren te configureren. Als
u ook een internetserviceprovider gebruikt, moet de DNS-
server worden geconfigureerd. Volg procedure
om het te configureren als het niet werd geconfigureerd
(0.0.0.0).
Scannen naar e-mail en
Internetvax instellen
Met de functies Scannen naar e-mail, Scannen
naar faxserver en Internetfax kunt u gescande
beelden als bijlage van een e-mail naar het
gespecificeerde e-mailadres in het netwerk
verzenden. Om deze functies te gebruiken dient
u de e-mailinstellingen voor uw machine in te
stellen.
Bij het gebruik van Automatische levering of de
functie Verzendgegevens opslaan (alleen MB491/
MB491+LP/ES4191 MFP/MPS4200mb/
MPS4700mb) zijn de volgende instellingen
vereist.
De e-mailinstellingen van de
computer controleren
Opmerking
Als een netwerkbeheerder de waarden, zoals een
mailserveraccount, wachtwoord en e-mailadres, voor uw
machine specificeert, moet u deze in het
instellingeninformatieformulier invoeren.
Memo
De onderstaande procedure gebruikt Windows Live Mail in
Windows 7. Als u andere mailsoftware gebruikt, raadpleeg
de handleiding van de betreffende e-mailsoftware.
Klik op [Start] en selecteer [Windows
1
Live Mail].
Gebruikerwaarde
*U kunt de volgende pagina's
bekijken en hier notities
maken van de informatie die u
hebt gecontroleerd of de
instellingen die u hebt
geconfigureerd.
(maximaal 32 tekens)
(maximaal 16 tekens)
(maximaal 64 tekens)
(maximaal 64 tekens)
60 pagina
1