5. Als een printer gebruiken
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u documenten kunt printen vanaf een computer of USB-geheugen.
Vanaf een computer afdrukken
Deze paragraaf geeft uitleg over het printen vanuit een computer.
Memo
Deze paragraaf gebruikt Wordpad in Windows en Tekst bewerken in Mac OS X als voorbeelden. De weergave en procedure
kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de toepassingen en de versie van het printerstuurprogramma dat u
gebruikt.
Raadpleeg de online hulpfunctie voor extra informatie over de instelitems in het printerstuurprogramma.
Afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken
1
vanuit een toepassing.
Configureer de afdrukinstellingen in het
2
printerstuurprogramma en start het
afdrukken.
Het volgende geeft uitleg over het configureren
van het papierformaat, de papierbron en het
mediagewicht in elk printerstuurprogramma dat u
gebruikt.Raadpleeg de volgende instructies voor
het instellen van elk printerstuurprogramma.
Voor Windows PCL/PCL XPS-
printerstuurprogramma
Selecteer [Print] vanuit het [File] menu
1
van een toepassing.
Selecteer het printerstuurprogramma dat
2
u wenst te gebruiken.
Klik op [Preferences].
3
Selecteer een papierformaat onder
4
[Setup (Setup)] op het tabblad
[Formaat (Size)].
Selecteer een lade onder [Bron
5
(Source)].
Selecteer een mediagewicht onder
6
[Weight (Weight)].
Klik op [Goed (OK)].
7
Klik op [Afdrukken (Print)].
8
- 132 -