Inhoudsopgave
Advertenties
PICTURE MENU (Beeldmenu)
ROTATE (Roteren)
ROTATE ALL (Alles roteren) Roteren van alle beelden.
PICTURE1 (Beeld1)
PICTURE2 (Beeld2)
RESET (Opnieuw instellen)
*
: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de Raspberry Pi Compute Module Interfacekaart en Raspberry Pi Compute Module zijn geïnstalleerd. Zie
1
*
: Deze functie is afhankelijk van welke optionele kaart u gebruikt. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een optionele kaart is geïnstalleerd.
2
*
: Deze functie is alleen beschikbaar bij het aansluiten van de optionele sensoreenheid.
3
AUDIO
AUDIO MENU
AUDIO MODE (Audiomodus)
VOLUME
BALANCE (Balans)
STEREO/MONO
SURROUND
EQUALIZER
TREBLE (Hoge tonen)
BASS (Lage tonen)
Hiermee stelt u de rotatie voor multibeeld in.
OPMERKING:
• De functie POINT ZOOM (Specifiek zoomen) werkt niet als deze functie is ingeschakeld.
• Deze functie wordt geannuleerd als DisplayPort VERSION (DisplayPort-versie) in
[DisplayPort1] is ingesteld op [1.4] of wanneer [SCREEN SAVER] (Screensaver) wordt
ingesteld op [MOTION] (Beweging) of [IMAGE FLIP] (Beeld spiegelen) wordt ingesteld
op [NONE] (Geen).
• Deze functie is uitgeschakeld als het ingangssignaal Interlaced is.
• Deze functie is uitgeschakeld als de ingang DisplayPort 4K (60 Hz) 10bit is.
[PICTURE1] (Beeld 1) wordt geroteerd.
[PICTURE2] (Beeld 2) wordt geroteerd.
Hiermee worden alle instellingen voor PICTURE (Beeld) teruggezet op de fabriekswaarden, met
uitzondering van [PICTURE MODE] (Beeldmodus) en [SPECTRAVIEW ENGINE].
Biedt vooraf geconfigureerde audio-instellingen die geschikt zijn voor verschillende omgevingen waarin dit
apparaat kan worden gebruikt, of past de instellingen aan de voorkeur van de kijker aan.
NATIVE (Systeemeigen): Standaardinstelling.
RETAIL (VERKOOP): Surroundgeluid voor helder geluid in winkels.
CONFERENCING (CONFERENTIE): Geoptimaliseerde instellingen voor helder geluid in vergaderzalen.
HIGHBRIGHT (Zeer helder): Laagste volumeniveau om zich te concentreren op de visuele boodschap
(audio is gedempt in de fabrieksinstelling).
TRANSPORTATION (TRANSPORT): Laagste volumeniveau om storing in de openbare ruimte te
voorkomen (audio is gedempt in de fabrieksinstelling).
CUSTOM (Aangepast): Aanpasbare instellingen.
Hiermee zet u het uitgaande geluid harder of zachter.
Selecteer [STEREO] of [MONO] voor uitgaand geluid.
STEREO: Onafhankelijke audiokanalen voor routering van het audiosignaal. De geluidsbalans van de
interne luidspreker van de monitor of de externe luidspreker die is aangesloten op de monitor kan van
links naar rechts worden aangepast.
- Druk op de toets om het audiosignaal naar rechts te verplaatsen.
- Druk op de toets om het audiosignaal naar links te verplaatsen.
MONO: De audiosignalen worden via één enkel audiokanaal geleid. De balans kan niet worden aangepast
en de schuifregelaar zal niet beschikbaar zijn.
Produceert kunstmatig surroundgeluid.
Accentueert of reduceert het hoge frequentiebereik van de geluidssignalen.
Druk op de toets om [TREBLE] (Hoge tonen) te verhogen.
Druk op de toets om [TREBLE] (Hoge tonen) te verlagen.
Accentueert of reduceert het geluid met een lage frequentie.
Druk op de toets om [BASS] (Lage tonen) te verhogen.
Druk op de toets om [BASS] (Lage tonen) te verlagen.
Nederlands−97
pagina
84.
Advertenties
Inhoudsopgave
