Onderaanzicht
LET OP:
Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt.
Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de
computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
3
1
batterij
deksel geheugenmodule/WLAN-minikaart 5
4
— Wanneer er een batterij is geïnstalleerd, kunt u de computer gebruiken zonder dat u deze op een
B A T T E R I J
stopcontact hoeft aan te sluiten. Raadpleeg "Batterijen gebruiken" op pagina 29 voor meer informatie.
B A T T E R I J O P L A A D M E T E R
pagina 30 voor meer informatie.
O N T G R E N D E L I N G S S C H U I F J E V A N B A T T E R I J C O M P A R T I M E N T
vervangen" op pagina 34 voor instructies.
— Bedekt het compartiment met één geheugenmodule en de WLAN-minikaart. Zie "Onderdelen toevoegen
K A P J E
en vervangen" op pagina 107 voor meer informatie.
D E K S E L G E H E U G E N M O D U L E
geheugenmodule (DIMM B) (zie "Geheugen" op pagina 135).
— De computer gebruikt een interne ventilator om voldoende lucht door te openingen te
V E N T I L A T I E O P E N I N G E N
laten, zodat de computer niet oververhit raakt.
— Biedt informatie over de batterijlading. Raadpleeg "De batterijlading controleren" op
/ W L A N -
— Bedekt het deel met de tweede connector van de
M I N I K A A R T
1
6
2
batterijoplaadmeter 3
ventilatieopeningen 6
( 2 ) — Ontgrendelt de batterij. Zie "De batterij
2
3
4
5
ontgrendelingsschuifje van
batterijcompartiment (2)
sleuf koppelapparaat
Over de computer
23