De computer wordt uitgeschakeld nadat het afsluitingsproces van het besturingssysteem is voltooid.
2 Ga na of de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Als de computer en de aangesloten
apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld bij het afsluiten van het besturingssysteem, houdt u de
aan/uit-knop ongeveer 4 seconden ingedrukt.
Voordat u aan de onderdelen in de computer gaat werken
Gebruik de volgende veiligheidsrichtlijnen om de computer te beschermen tegen mogelijke schade en
om uw persoonlijke veiligheid te garanderen.
LET OP:
Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de
dit gedeelte.
KENNISGEVING:
kaart niet aan. Houd de kaart bij de randen vast of aan de metalen montagebeugel. Houd een onderdeel, zoals een
processor, aan de randen vast en niet aan de pennen.
KENNISGEVING:
veroorzaakt door service die niet door Dell wordt geautoriseerd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING:
Sommige kabels hebben connectoren met borglipjes; als u dit kabeltype wilt loskoppelen, moet u op de borglipjes
drukken voordat u de kabel verwijdert. Als u connectoren van elkaar haalt, moet u ervoor zorgen dat u ze recht uit
de aansluiting trekt om te voorkomen dat de connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voor het aansluiten van een
kabel controleren of beide connectoren correct zijn gepositioneerd en uitgelijnd.
KENNISGEVING:
onderdelen in de computer gaat werken.
1 Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak is en schoon om te voorkomen dat er krassen ontstaan op de
computerkap.
2 Schakel de computer uit (zie "De computer uitschakelen" op pagina 107).
3 Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de
documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen.
KENNISGEVING:
en daarna pas van het netwerkapparaat.
4 Ontkoppel alle telefoon- of netwerkkabels van de computer.
KENNISGEVING:
computer aan de slag gaat.
5 Haal de stekkers van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6 Klap het beeldscherm dicht en draai de computer om op een vlak werkoppervlak.
108
Onderdelen toevoegen en vervangen
Hanteer alle onderdelen en kaarten met zorg. Raak de onderdelen of de contactpunten op een
Uw computer mag alleen door een erkende servicetechnicus worden gerepareerd. Schade
Verwijder kabels door aan de connector of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf.
Voorkom schade aan de computer door de volgende stappen uit te voeren voordat u aan de
Wanneer u een netwerkkabel wilt ontkoppelen, moet u deze eerst van de computer loskoppelen
U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij te verwijderen voordat u met de
Productinformatiegids
voordat u begint met de procedures in