VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
Als u op de toets [Beginscherm] op het bedieningspaneel drukt, dan wordt het beginscherm op het bedieningspaneel
weergegeven. In het beginscherm worden de toetsen weergegeven voor de selectie van modi en functies.
(a)
(b)
(c)
(d)
(4)
(e)
(f)
(1)
Toets [Aan]
Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of
uit te schakelen.
(2)
Aan-indicator
Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van
het apparaat in de stand "
Zolang het lampje knippert, kan het apparaat niet worden
ingeschakeld met de toets [Aan].
(3)
Knop/indicator [Spaarstand]
Met deze knop kunt u het apparaat in de stand-bymodus
zetten om energie te besparen.
De toets [Spaarstand] knippert wanneer het apparaat in
de stand-bymodus is geschakeld.
(4)
Aanraakscherm
Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen
weergegeven.
Bedien het apparaat door direct op de weergegeven
toetsen te tikken.
(a)
Tik op een modus om deze te wijzigen.
(b)
Voor het weergeven van de apparaatstatus
behalve de opdracht via pictogrammen.
(c)
Hiermee wordt de taak in uitvoering of de
wachtende taak weergegeven met tekst of een
pictogram.
(d)
Selecteer sneltoetsen voor modi of functies.
(e)
Schakel tussen schermen voor het weergeven van
sneltoetsen.
(f)
Toon Tonerinhoud.
(g)
Weergave van de Bedieningshandleiding.
(h)
Gebruik deze toetsen om functies te selecteren
waarmee het gebruik van de machine
gemakkelijker wordt.
(i)
Kies functies die in de betreffende modi kunnen
worden gebruikt. Tik op het tabblad om de lijst met
functietoetsen weer te geven.
14
(g)
" staat.
(h)
(e) (i)
(5)
Knop [Fiery/MFP Selector]
De weergave op het bedieningspaneel van het apparaat
kan worden geschakeld tussen Fiery-modus en
MFP-modus door op de knop [Fiery/MFP Selector] te
drukken.
(6)
Toets [Beginscherm]
Toont het beginscherm.
(7)
USB-poort (A-type)
Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een
USB-stick op het apparaat worden aangesloten.
Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed).
(1)
(2)
(3)
(5)
(6)
(7)