Installatie:
Bevestig het toestel met behulp van de kettingbeugel aan het gebouw, raadplaag de
installatie handleiding.
Het apparaat heeft een vaste aansluiting. Laat deze door een erkende elektricien
aansluiten.
In de buurt van het apparaat moet een wateraansluiting met een ontluchtingsklep met een
¾ inch schroefaansluiting, met een minimum continu debiet van 15 liter/min, aanwezig zijn.
De waterdruk moet tussen 200 kPa en 500 kPa (2 bar – 5 bar), bij voorkeur minimaal 300
kPa (3 bar) liggen.
ongefilterd water.
Gebruik de slangen die bij het apparaat worden geleverd.
Een open afvoer met een minimumdiameter van 40 mm (1.6 inch) moet in de buurt van het
apparaat aanwezig zijn.
3.3
Eerste gebruik
Reinig bij het eerste gebruik van het apparaat de binnenzijde grondig met zeepsop. Voer het
Installatieprogramma uit en verwarm het apparaat volgens de onderstaande beschrijving. Na
ingebruikname kan er verkleuring optreden van de bereidingsruimte.
➊
➌
➍
NL
Gebruik aansluiting
Zie de installatiehandleiding.
`
13 / 40
voor gefilterd water en aansluiting
➋
➎
ACR
voor