7
Servicemenu
7.1.2 Menu toestelgegevens
In dit menu kunnen de specifieke instellingen voor de warmte-
bron worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld het maximale ver-
warmingsvermogen of de gebruikte cv-pomp. Met deze
instellingen worden bijvoorbeeld bedrijfstijden en energiever-
bruik van de pomp geoptimaliseerd. Hier wordt ingesteld, wel-
ke pompkarakteristiek wordt gebruikt, of hoelang de
Menupunt
Pompkarakteristiek
Pompnadraaitijd
Pomplogicatemperatuur
Pompschakeltype
Pompnl. min. verwv.
Pompnl. max. verwv.
Pompblokkeertijd ext.3wk 0 ... 60 s
Maximaal CV-vermogen
Bovengrens max. cv-verm. 0 ... 100 %
Max. warmwatervermogen 0 ... 100 %
Bovengrens max. wwverm 0 ... 100 %
Bovengrens max. aanvoert 30 ... 82 °C
Minimale toestelvermogen 0 ... 100 %
Tijdsint.(antip.blokk)
Temp.interv. (antip.blokk) 0 ... 6 ... 30 K
Duur van het warmhouden 0 ... 1 ... 30 min
Ontluchtingsfunctie
Sifonvulprogramma
Signaal ext. warmtevr.
Gew. waarde ext. wartevr. Aanvoertemperatuur Het 0-10 V-signaal, dat op de aansluiting voor een signaal voor externe warm-
Tabel 14 Instellingen in het menu toestelgegevens
30
Instelbereik
Beschrijving
Vermogen gestuurd De cv-pomp of toestelcircuitpomp wordt afhankelijk van het brandervermo-
gen aangestuurd (geadviseerd voor installatiehydraulica met open verdeler).
Delta-P gestuurd
De cv-pomp of toestelcircuitpomp wordt afhankelijk van de verschildruk aan-
stand 1...4
gestuurd (geadviseerd voor installaties zonder open verdeler).
24 h
Pompnadraaitijd van het toestelcircuitpomp nadat de brander is uitgescha-
keld, om de warmte uit de warmtebron af te voeren
0 ... 3 ... 60 min
0 ... 47 ... 65 °C
Onder deze temperatuur is de pomp uit, om de warmtebron tegen condens-
vorming te beschermen (alleen beschikbaar bij HR-toestellen (condensatie-
toestellen)).
Energie besparen
De pomp draait bij elke warmtevraag (aanvoerstreeftemperatuur > 0 °C) of in
een energiebesparende modus.
Warmtevraag
0 ... 100 %
Pompvermogen bij minimaal verwarmingsvermogen (pompvermogen propor-
tioneel met verwarmingsvermogen)
0 ... 100 %
Pompvermogen bij maximaal verwarmingsvermogen (pompvermogen pro-
portioneel met verwarmingsvermogen)
Pompblokkeertijd bij externe 3-wegklep in seconden
0 ... 100 %
Maximale vrijgegeven verwarmingsvermogen van de warmtebron
Bovengrens van het maximale warmtevermogen
Maximale vrijgegeven warmwatervermogen
Bovengrens van het maximale warmwatervermogen
Bovengrens van de aanvoertemperatuur
Minimale nominale warmtevermogen (verwarming en warm water)
3 ... 10 ... 45 min
Tijdsinterval tussen uit- en weer inschakelen van de brander in minuten
Temperatuurinterval voor uit- en weer inschakelen van de brander
CV-bedrijf na warmwatervoorziening geblokkeerd in minuten
Uit
Ontluchtingsfunctie bijvoorbeeld na een onderhoud inschakelen.
Auto
Aan
Programma voor vullen van het sifon in de warmtebron met minimaal vermo-
Uit
gen
Aan toestel minimum
Aan/uit
Op de warmtebron is een extra aan-uit-temperatuurregelaar (bijvoorbeeld via
een gebouwautomatisering) aangesloten.
Op de warmtebron is een extra 0-10 V-temperatuurregelaar (bijvoorbeeld via
0-10V
een gebouwautomatisering) aangesloten.
tevraag actief is, wordt als gewenste aanvoertemperatuur of verwarmingsver-
Verm.
mogen geïnterpreteerd.
pompnadraaitijd is. Meer informatie vindt u in de technische
documenten van de gebruikte warmtebron en eventueel de mo-
dule. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de in-
stallatie overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd
(bijvoorbeeld in installaties zonder cascademodule).
ModuLine 3000 • 6 720 816 250 (2015/06)