5
Inbedrijfname
4.4
Overzicht van de servicemenu's
Menu
Inbedrijfstelling
Instellingen
Installatiegege-
1)
verwarming
vens
Toestelinstel-
2)
ling
CV-circuit 1 ... 4
Drogen dekvloer Configureerbaar programma voor drogen van een nieuwe afwerkvloer bij vloer-
Instellingen
Warmwatersy-
1)
warm water
steem I of II
Instellingen zonne
Instellingen cascade
1)
Diagnose
Tabel 7
Overzicht van het servicemenu
1) Afhankelijk van de toegepaste warmtebron slechts beperkt mogelijk.
2) Alleen beschikbaar, wanneer geen cascademodule (bijvoorbeeld MC 400) is geïnstalleerd.
5
Inbedrijfname
Installatievoorbeelden vindt u in de installatie-
en onderhoudsinstructies van de module
MM 100 enMS 100/MS 200. Andere mogelij-
ke installaties zijn weergegeven in de ontwerp-
documentatie.
18
Doel van het menu
Configuratieassistent starten? en belangrijkste instellingen voor configuratie
van de installatie controleren en eventueel aanpassen.
Instellingen, die voor de gehele installatie gelden, zoals bijvoorbeeld minimale
buitentemperatuur en soort gebouw. Dit menu bevat extra instellingen voor cv-
circuit 1 en warmwatersysteem I (indien direct op de warmtebron aangesloten).
Productspecifieke instellingen voor de geïnstalleerde warmtebron, bijvoorbeeld
pompkarakteristiek of pompnadraaitijd.
CV-circuitspecifieke instellingen van de geïnstalleerde cv-circuits 1 t/m 4, bij-
voorbeeld vorstbeveiliging en stooklijn.
verwarming.
Gescheiden instelmogelijkheden voor twee warmwatersystemen, bijvoorbeeld
maximale warmwatertemperatuur, tijdstip voor thermische desinfectie en confi-
guratie van de circulatiepomp.
Wanneer een zonnesysteem is geïnstalleerd: zie technische documenten van de
zonnemodules.
Wanneer een cascademodule voor de regeling van meerdere warmtebronnen is
geënstalleerd: zie technische documenten van de cascademodule.
Diagnose van de installatie:
•
Voer de functietest van de afzonderlijke actoren (bijvoorbeeld pompen).
•
Vergelijk de streefwaarde met de werkelijke waarde.
•
Roep actuele storingen en de storingshistorie op.
•
Roep de softwareversies van de BUS-deelnemers op.
Overige functies:
•
Definiëren onderhoudsintervallen.
•
Invoeren contactadres.
•
Kalibreren kamertemperatuursensor en tijd.
5.1
Overzicht van de inbedrijfnamestappen
1. Mechanische opbouw van de installatie (instructies van alle
modules en -onderdelen aanhouden)
2. Eerste keer vullen met vloeistoffen en dichtheidscontrole
3. Elektrische bedrading
4. Codering van de module (instructies van de module aan-
houden)
5. Installatie inschakelen
6. Installatie ontluchten
7. Instellen maximale aanvoertemperatuur en warmwater-
temperatuur op de warmtebron (instructies van de warm-
tebron aanhouden)
ModuLine 3000 • 6 720 816 250 (2015/06)
Pagina
18
28
30
31
39
41
44
44
45