5
Inbedrijfname
5.4
Andere instellingen bij de inbedrijfname
Wanneer bepaalde functies niet zijn geactiveerd en modules,
bouwgroepen of componenten niet zijn geïnstalleerd, worden
niet benodigde menupunten bij de verdere instelling onder-
drukt.
5.4.1 Checklist: instellingen op de wens van de klant af-
stemmen
Voer de inbedrijfstelling altijd zo uit, dat beide partijen tevre-
den zijn en de CV-installatie naar wens en zonder problemen
werkt. Uit onze ervaring is gebleken dat de volgende instellin-
gen van groot belang zijn voor de tevredenheid van de gebrui-
ker:
Menupunt
Snelopwarming
Inschakelfreq. circulatie
(circulatiepomp)
Warmwatervoorrang
Klokprogramma (tijden) Basisinstelling/eigen tijdprogram-
Tabel 10 Checklist: belangrijke instellingen; informeer naar
de wens van de klant
▶ Overige instellingen in het hoofdmenu op de wensen van de
klant aanpassen (bedieningsinstructie).
5.4.2 Belangrijke instellingen voor de verwarming
De instellingen in het menu verwarming moeten bij de inbedrijf-
name in ieder geval worden gecontroleerd en eventueel wor-
den aangepast. Alleen zo wordt de goede werking van de
verwarming gewaarborgd. Het is zinvol de getoonde instellin-
gen te controleren.
▶ Controleer de instellingen in het menu installatiegegevens
( hoofdstuk 7.1.1, pagina 28).
▶ Instellingen in het menu toestelgegevens controleren
( hoofdstuk 7.1.2, pagina 30).
▶ Instelling in het menu cv-circuit 1 ... 4 controleren
( hoofdstuk 7.1.3, pagina 31).
22
Wens van de klant/instelling
Instelwaarde in procenten of uit-
schakelen ( tab. 16, vanaf
pagina 35)
permanent, 1 x 3 ... 6 x 3 minuten/
uur ( pagina 43)
Ja | Nee ( pagina 33)
ma conform klantenwens aanpas-
sen ( bedieningsinstructie van
de bedieningseenheid).
5.4.3 Belangrijke instellingen voor het warmwatersy-
steem
De instellingen in het menu warm water moeten bij de inbe-
drijfname in ieder geval worden gecontroleerd en eventueel
worden aangepast. Alleen zo wordt de goede werking van de
warmwatervoorziening gewaarborgd.
▶ Instellingen in het menu warmwatersysteem I ... II controle-
ren ( hoofdstuk 7.2, pagina 41).
5.4.4 Belangrijke instellingen voor het zonnesysteem
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer het zonne-
systeem overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd. Zie
voor meer details de technische documenten MS 100/
MS 200.
▶ Instelling in menu zonne controleren ( hfdst. 7.3,
pagina 44 en installatie-instructie MS 100 of MS 200)
5.4.5 Belangrijke instellingen voor cascades
Houd de technische documentatie (bijvoorbeeld MC 400) aan
en hfdst. 7.4, pagina 44 om de goede werking te waarborgen.
5.5
Functietesten uitvoeren
Benader de functietesten via het diagnosemenu. De ter be-
schikking staande menupunten zijn sterk afhankelijk van de ge-
enstalleerde installatie. Bijvoorbeeld kunt u onder dit menu
testen: Brander: Aan/Uit ( hoofdstuk. 7.5.1, pagina 45).
5.6
Controleren monitorwaarden
Benader de monitorwaarden via het menu Diagnose
( hoofdstuk 7.5.2, pagina 45).
5.7
Overdracht van de installatie
▶ Waarborg, dat op de warmtebron geen begrenzing van de
temperaturen voor verwarming en warm water is ingesteld.
Alleen dan kan de bedieningseenheid ModuLine 3000 de
warmwater- en aanvoertemperatuur regelen.
▶ Voer de contactgegevens van de installateur in het menu
Diagnose > Onderhoud > Contactadres in bijvoorbeeld
bedrijfsnaam, telefoonnummer en adres of e-mailadres
( hfdst. 7.5.5, pagina 47).
▶ Leg de klant de werking en de bediening van de bedienings-
eenheid en de accessoires uit.
▶ Informeer de klant over de gekozen instellingen.
Wij adviseren, deze installatie-instructie aan
de klant te overhandigen.
ModuLine 3000 • 6 720 816 250 (2015/06)