4 Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen verschijnt. Geef de faxinstellingen op. Klik op Help van het
stuurprogramma voor meer informatie.
OPMERKING:
De instellingen die hier worden ingesteld, worden alleen op één faxtaak toegepast.
5 Klik op OK om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen te sluiten.
6 Klik op Afdrukken.
Het dialoogvenster Faxverzending instellen/controleren: wordt weergegeven.
7 Geef de bestemming van de ontvanger op een van de volgende manieren op:
•
Voer de naam en het telefoonnummer rechtstreeks in.
•
Selecteer een ontvanger uit het telefoonboek van uw computer.
•
Selecteer een ontvanger uit een andere database dan het telefoonboek.
239
Faxen