Als een gebruiker probeert het systeem of een partitie in te schakelen
waarbij zones zijn geshunt, toont het display "Shunt actief, bevestig".
Als de gebruiker drukt op gaat het systeem verder met inschakelen.
Shuntgroep activeren of deactiveren
Een hoofdgebruiker of een systeembeheerder kan op een
bedieningspaneel een shunt groep als volgt activeren of deactiveren:
1.
Selecteer Shuntgroepen. De eerste shuntgroep die door de
installateur is ingesteld, wordt getoond:
ACTIEVE SHUNTGROEPEN
Shuntgroep 1
Druk op of op om de shuntgroep te selecteren.
2.
Gebruik om de instelling te wijzigen naar Ja (zones in shuntgroep
3.
worden geshunt) of Nee (shunting van zones wordt ongedaan gemaakt).
Druk op om de wijziging te bevestigen.
4.
Gebruikers beheren
Over gebruikers
Een gebruiker is een persoon die een toegangscode op een
bedieningspaneel kan invoeren om het systeem in of uit te schakelen, een
dwangalarm te activeren of toegang te krijgen tot de gebruikersopties.
Als het systeem nieuw is, is er maar één gebruiker: de standaard
hoofdgebruiker die volledige toegang heeft tot elke actie die een gebruiker
kan uitvoeren en tot alle gebruikersopties. De hoofdgebruiker kan nieuwe
gebruikers toevoegen en daarbij het type (pagina 2) gebruiker definiëren.
Dit bepaalt de acties die de gebruiker kan uitvoeren.
Over het Gebruikersmenu
Als u een hoofdgebruiker of een systeembeheerder bent, kunt u de optie
Gebruikers in het hoofdmenu gebruiken om:
• Voeg nieuwe gebruikers toe aan het systeem, inclusief de apparaten
die ze kunnen gebruiken (Gebruikers – Toev. gebrs.). Het volgende
gedeelte te bekijken.
• Gebruikersgegevens te bewerken (Gebruikers – Wijz. gebrs.).
Zie pagina 39.
• Gebruikers te verwijderen (Gebruikers – Verwijder gebr.).
Zie pagina 42.
Gebruikersmenu-opties
Ja
Pagina 35