∫ Als scènes gewist worden
∫ Voorbeeld 1: Scènes wissen halverwege tussen een aaneenschakeling van scènes.
1 Te wissen scène
A Het beeld blijft een aantal seconden stilstaan wanneer een scène is gewist.
B De beelden van opeenvolgende scènes waar niets in gewist is worden soepel na elkaar
afgespeeld.
∫ Voorbeeld 2: Bij het opnieuw opnemen nadat de laatste scène is gewist.
1 Te wissen scène
2 Hier wordt een nieuwe scène opgenomen.
A Het beeld blijft een aantal seconden stilstaan wanneer een scène is gewist.
B De beelden van opeenvolgende scènes waar niets in gewist is worden soepel na elkaar afgespeeld.
∫ Als de geselecteerde scènes worden gekopieerd tussen een SD-kaart en
de harde schijf, of als de geselecteerde scènes worden gekopieerd naar
een disc in een aangesloten DVD-brander.
A Als u een andere scène dan de volgende scène selecteert, kan het beeld even haperen op het punt
waar de scènes wisselen.
B Het punt waar de scènes wisselen wordt soepel afgespeeld als u de scènes op volgorde selecteert.
122
VQT1N81
B
A