11 Opsporen en verhelpen van storingen
FXSA15~140A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599622-1B – 2022.02
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande
maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich iets abnormaals voordoet
(brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schok of brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Als een beveiliging, zoals bijvoorbeeld een
zekering, een stroomonderbreker of een
reststroomapparaat, vaak worden geactiveerd,
of als de AAN/UIT-schakelaar NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET naar behoren. Schakel de voeding UIT.
Als
op de gebruikersinterface staat.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor vermelde gevallen, en
geen van de vermelde storingen van toepassing is, volg dan de volgende
procedures om na te gaan wat er misloopt.
Storing
Indien het systeem
helemaal niet werkt.
Het systeem stopt meteen
nadat het begint te
draaien.
11
Opsporen en verhelpen van storingen
|
Schakel alle
hoofdstroomschakelaars van de
unit uit.
Stop de werking.
Verwittig uw installateur en
geef hem de foutcode door.
Om een foutcode weer te
geven, zie de uitgebreide
handleiding van de
gebruikersinterface.
Maatregel
▪
Controleer of er geen stroomonderbreking is.
Wacht tot de stroom is hersteld. Als de stroom
tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de stroom is
hersteld.
▪
Controleer of er geen zekering is doorgebrand of
een onderbreker in werking is gesteld. Vervang
indien nodig de zekering of reset de onderbreker.
▪
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
▪
Controleer of het luchtfilter verstopt is (zie
"10.2.1 Luchtfilter
reinigen" [
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Maatregel
4
33]).
37