7.3.4 Tandriem spannen
OSP-E..BHD
Lineaire aandrijving met tandriem en geïntegreerde geleiding
•
Schroefdraadpennen (3) losmaken.
•
Cilinderkopschroeven (4) losdraaien en deksel (2)
verwijderen.
•
Stelschroeven (1) gelijkmatig aandraaien om de tandriem
door het verschuiven van de as (5) te spannen.
•
Als de gewenste spanning is ingesteld, wordt het deksel
(2) weer gemonteerd en vastgezet.
•
De positie van de stelschroeven wordt gefixeerd met de draadpennen (3).
OSP-E..B
Lineaire aandrijving met tandriem en interne glijgeleiding
•
Schroefdraadpen (3) losmaken.
•
Cilinderkopschroeven (2) en (4) gelijkmatig aandraaien,
om zo de tandriem door het verschuiven van het lagerhuis
(1) te spannen.
•
Als de gewenste spanning is ingesteld, wordt de positie
van het lagerhuis gefixeerd met de draadpen (3).
Controleer de spanning van de riem volgens de instructies in
hoofdstuk 7.3.3.
Schroefdraad
M 5
M 6
Controleer de spanning van de riem volgens de instructies in hoofdstuk 7.3.3.
Opgelet
Zorg ervoor dat de as (5) door ongelijkmatig aandraaien van de stelschroeven (1) niet scheef komt te staan.
Aandraaimomenten cilinderkop-
schroeven/schroefdraadpennen
6 ± 1Nm
10 ± 1,5Nm
17
NL
5
4
1
2
3
4
3
1
2