Tips voor het werken met cartridges
Gebruik de volgende tips om met cartridges te werken:
●
Schakel de printer altijd uit met behulp van de aan-uitknop om de cartridges te beschermen tegen
uitdrogen.
●
Open de inktcartridges niet, en verwijder de beschermkap niet tot u de inktcartridge kunt installeren.
Door de tape op de inktcartridge te houden voorkomt u dat de inkt verdampt.
●
Plaats de cartridges in de juiste sleuven. Controleer of de kleur van de cartridge overeenkomt met de
kleur van de cartridgevergrendeling. Zorg ervoor dat beide cartridges op hun plaats klikken.
●
Lijn de inktcartridges uit voor een optimale afdrukkwaliteit. Zie
op pagina 91
●
Als het scherm Geschatte cartridgeniveaus in de app HP Smart of het scherm Geschatte niveaus in de
printersoftware aangeeft dat een of beide cartridges bijna leeg zijn, overweegt u dan om vervangende
cartridges aan te schaffen om afdrukvertragingen te voorkomen. U hoeft de inktcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. Zie
meer informatie.
●
Als u een cartridge verwijdert, moet u deze zo snel mogelijk vervangen. Als een cartridge onbeschermd
zich buiten de printer bevindt, kunnen de sproeiers uitdrogen en verstopt raken.
64
Hoofdstuk 6 Beheer cartridges
voor meer informatie.
Problemen met afdrukken
Cartridges vervangen op pagina 60
voor
NLWW